Punt MC-4: Wanneer gaf Cheney goedkeuring om passagiersvliegtuigen
Punt MC-4: neer te schieten?

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Inleiding

Op 11 september, om 9:26 ’s ochtends, kondigde de regering Bush-Cheney een nationaal opstijgverbod af, wat inhield dat burgerluchtvaarttoestellen niet meer mochten vertrekken; en om 9:45 werden alle nog in de lucht zijnde toestellen bevolen om te landen. [1] Deze bevelen verschaften het kader voor de mogelijkheid voor een bevel om passagierstoestellen die deze order negeerden neer te schieten. Er bestaat een controverse of Vlucht United 93 (die, zo beweert de Commissie 11 September, neerstortte in Shanksville, Pennsylvania) is neergeschoten.

De officiële lezing
Vice President Cheney arriveerde “kort voor 10 uur” [2] in het Presidential Emergency Operations Center. Om 10:02 “begon hij rapporten te ontvangen van de Geheime Dienst over een aankomend vliegtuig – waarschijnlijk gekaapt – in de richting van Washington.” [3] Hoewel het hier vlucht United 93 betrof, zo zegt de Commissie, was dat op dat moment niet bekend omdat het militaire apparaat pas over de kaping van deze vlucht hoorde nadat het toestel was neergestort. [4]

Via een militair medewerker gaf Cheney de toestemming om burgertoestellen neer te schieten “ergens tussen 10:10 en 10:15,” en nogmaals “waarschijnlijk tussen 10:12 en 10:18,” en verkreeg om 10:20 de bevestiging van President Bush. [5] Meldend dat Richard Clarke “de President had gevraagd om toestemming voor het neerschieten van toestellen” schreef de Commissie 11 September: “Bevestiging van die toestemming kwam om 10:25.” [6]

Toestemming voor het neerschieten kwam daarom veel te laat om het lot van Vlucht United 93, die om 10:03 neerstortte, te beïnvloeden. [7]

Het beste bewijs
Er bestaat nogal wat bewijs dat de toestemming om neer te schieten niet kwam na 10:10, maar dichter bij 9:50, vroeg genoeg dus voor de luchtmacht om Vlucht United 93 neer te hebben kunnen schieten:

  1. Het meest volledige bewijs verscheen in het boek van coördinator contraterrorisme Richard Clarke uit 2004, Against All Enemies. [8]
    • Net voor de aanval op het Pentagon, zo schreef Clarke, vertelde hij Majoor Michael Fenzel, zijn contactpersoon naar Cheney, dat hij toestemming wilde “voor de Luchtmacht om elk toestel neer te schieten – inclusief een gekaapt passagiersvliegtuig – waarvan het lijkt dat het met een aanval dreigt en mogelijk veel slachtoffers op de grond zou maken.” [9]
    • Fenzel belde nogal snel terug. (Clarke zei: “Ik stond versteld van snelheid waarmee de beslissing van Cheney en, via hem, van Bush kwam.”) Het telefoontje van Fenzel kwam na de aanval op het Pentagon, maar voor het vertrek van Air Force One vanuit Florida, wat betekent tussen 9:38 en 9:55. [10]
    • Fenzel zei: “Zeg tegen het Pentagon dat ze toestemming hebben van de President om vijandige toestellen neer te schieten, ik herhaal, ze hebben toestemming om vijandige toestellen neer te schieten.” Clarke meldt dat hij toen zei: “DOD (Ministerie van Defensie), DOD … De President heeft bevolen geweld te gebruiken tegen toestellen die vijandig worden geacht.” [11]
  2. Een artikel in U. S. News and World Report uit 2003, dat “President Bush’ ongekende bevel om elk gekaapt burgertoestel uit de lucht te schieten” bespreekt, stelt: “Bronnen binnen het Pentagon zeggen dat Bush dit bevel aan Cheney gaf bijna direct nadat Vlucht 77 het Pentagon had geraakt en de FAA, voor de eerste keer ooit, alle binnenlandse vluchten beval te landen.” [12] Dit bericht, versterkt door de vorige en volgende punten, plaatst de toestemming om neer te schieten kort na 9:45.
  3. Barbara Starr, CNN verslaggever bij het Pentagon, zei in 2002 in een televisieprogramma over de gebeurtenissen van 11 september: “Het is nu 9:40 en we hebben daarbuiten een groot probleem: United Airlines Vlucht 93 heeft zijn transponder uitgeschakeld. Officials geloven dat het op weg is naar Washington D.C. … Via een beveiligde telefoonlijn meldt Vice President Cheney dat de luchtmacht toestemming heeft om elk toestel dat Washington bedreigd neer te schieten.” [13]
  4. In 2002 en 2003 verklaarden een aantal militaire leiders dat ze de toestemming tot neerschieten hadden ontvangen terwijl Vlucht 93 nog in de lucht was.
    • Kolonel Robert Marr, hoofd van NEADS, zei: “We ontvingen goedkeuring om, indien nodig, dodelijk geweld te gebruiken.” [14]
    • Generaal Larry Arnold, Commandant van NORAD voor het Amerikaanse vasteland, zei: “Ik was vastbesloten om Vlucht 93 neer te schieten als het zijn weg naar Washington bleef vervolgen.” [15]
    • Brigadier Generaal Montague Winfield, adjunct directeur van het Nationaal Militaire Commandocentrum in het Pentagon, zei naar verluidt: “De beslissing was genomen om te proberen Vlucht 93 te onderscheppen … De Vice President zei dat de President ons toestemming had gegeven om onschuldige burgertoestellen neer te schieten als deze Washington D.C. bedreigden.” [16]

Ondanks al dit bewijs verklaarde het Eindverslag Commissie 11 September, uitgegeven in juli 2004: “Tegen de tijd dat het militaire apparaat over Vlucht 93 hoorde, was deze al neergestort.” [17] Op basis van deze bewering verklaarde de Commissie 11 September dat de hierboven aangehaalde beweringen van Marr, Arnold en Winfield “onjuist” waren. [18]

Echter, naast dat ze deze beweringen tegenspreken, is de bewering van de Commissie 11 September ook in tegenspraak met een memo van de FAA aan de Commissie, gedateerd op 23 mei 2003.

  • Deze memo zegt dat in een teleconferentie met het leger, die was begonnen “minuten nadat het eerste vliegtuig het World Trade Center had geraakt – dus kort na 8:46 – de FAA informatie in real time had gedeeld … met betrekking tot … alle betrokken vluchten,” [19] waaronder ook Vlucht United 93. [20]
  • Commissielid Richard Ben-Veniste, die de memo van de FAA archiveerde, zei dat deze bewijs verschafte dat de “FAA informatie doorgaf zo gauw zij deze ontvingen, onmiddellijk na de eerste inslag in de torens.” [21] Maar de Commissie 11 September behandelde deze memo door elke referentie eraan uit het Eindverslag Commissie 11 September weg te laten.

Conclusie
De Commissie 11 September beweert dat Cheney niet eerder dan 10:10 of later toestemming gaf tot neerschieten, terwijl het bewijs zegt dat Cheney deze toestemming gaf tegen 9:50 – dus minstens 20 minuten eerder dan de Commissie beweert. Dit verschil van 20 minuten betekent dus het verschil tussen of militaire piloten wel of niet hadden kunnen zijn bevolen om United Vlucht 93 (welke naar verluidt om 10:03 neerstortte) neer te halen.

De bewering van de Commissie over het tijdstip van toestemming voor het neerschieten was niet het enige deel van de officiële lezing met betrekking tot het bevel tot neerschieten waar een probleem mee is: De pers richtte zich op de bewering van de regering Bush dat Cheney de toestemming van de President uit deed gaan, (in plaats van dit op eigen houtje te doen, wat illegaal zou zijn geweest) iets waarover zelfs de Commissie 11 September sceptisch was. [22]

Wat echter voor de waarheid betreffende 11 september belangrijker is, was de bewering van de Commissie 11 September dat de toestemming tot neerschieten van Cheney niet eerder kwam dan 10:10 of later, ofwel nadat Vlucht 93 al was neergestort. Deze bewering wordt tegengesproken door verslagen van Richard Clarke, U. S. News and World Report, Pentagon correspondent Barbara Starr, de FAA, en drie militaire officieren: Kolonel Marr, Generaal Arnold en Brigadier Generaal Winfield.

De 10:10-of-later-bewering van de Commissie vooronderstelt bovendien de bewering van de Commissie dat Cheney niet eerder in het PEOC aankwam, waar hij de leiding nam, dan tegen 10:00, en deze bewering wordt tegengesproken door een veelheid aan bewijs, zoals te zien is onder Punt MC-3[23]

Elk nieuw onderzoek moet zich afvragen waarom de Commissie 11 September een bewering deed over het tijdstip van Cheney’s toestemming tot neerschieten, welke met zo veel bewijs in tegenspraak is.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties voor Punt MC-4
Eindverslag Commissie 11 September, blz. 29 (pdf: 46).
Ibid., blz. 40 (57).
Ibid., blz. 41.
Ibid., blz. 34.
Ibid., blz. 41. (De film United 93, welke de tijdlijn volgt van het Eindverslag Commissie 11 September) zegt dat de toestemming tot neerschieten om 10:18 werd gegeven.)
Ibid., blz. 37.
“Tegen 10:03, toen United 93 neerstortte in Pennsylvania, was er [tegen de luchtmacht] nog niet gezegd dat het toestel was gekaapt.” (Ibid., blz. 38)
Richard A Clarke, “Against All Enemies: Inside America’s War on Terror [Against All Enemies: Amerika’s Oorlog Tegen het Terrorisme van Binnenuit]” (New York: Free Press, 2004).
Ibid., blz. 7.
Clarke berichtte dat het telefoontje kwam terwijl het vliegtuig van de President “zich klaarmaakte voor vertrek” (Ibid., blz. 8).
Ibid., blz. 8.
Chitra Ragavan en Mark Mazzetti, Puzzelstukjes: Een Top Geheime Teleconferentie op 11 September Zou een Nieuw Licht Kunnen Werpen op de Terroristische Aanslagen, in U. S. News & World Report, 31 augustus 2003.
Het Pentagon Trekt Ten Strijde: Nationaal Militair Commandocentrum, in American Morning with Paula Zahn, CNN, 4 september 2002.
Citaat uit Leslie Filson, “Air War over America: Sept. 11 Alters Face of Air Defense Mission [Luchtoorlog Boven Amerika: 11 September Verandert het Gezicht van Missie Luchtverdediging]”, voorwoord door Larry K Arnold [Public Affairs: Tyndall Air Force Base, 2003], blz. 68. Marr zei ook dat, nadat hij de toestemming tot neerschieten had ontvangen, hij “deze doorgaf aan de piloten” (Interviews 11 September door Peter Jennings, ABC News, 11 september 2002).
Filson, Luchtoorlog Boven Amerika, blz. 71.
Interviews 11 September door Peter Jennings, ABC News, 11 september 2002.
De Commissie 11 September bevestigt dat het hoofdkwartier van de FAA tegen 9:34 zich realiseerde dat United 93 was gekaapt (Eindverslag Commissie 11 September, blz. 28). Tevens, toen Generaal Arnold door de Commissie 11 September werd gevraagd wat NORAD op 11 september om 9:24 deed, antwoordde hij: “Onze focus lag bij United 93, waar wij door de FAA, laat ik zeggen, op zeer agressieve wijze op werden gewezen” (Hoorzitting Commissie 11 September, 23 mei 2003).
In het Eindverslag Commissie 11 September verstomt de kritiek van de Commissie, beperkt tot de verklaring dat er geen gedocumenteerd bewijs is voor het telefoontje naar President Bush dat hij, zo verklaarde Cheney, pleegde kort nadat hij in het PEOC was aangekomen, waarin Bush hem de toestemming gaf (blz. 40-41). Volgens Newsweek was dit echter een “afgezwakte versie” van een eerdere lezing, waarin het feit naar voren komt dat “sommige leden van de staf van de Commissie … behoorlijk sceptisch waren over de verklaring van de Vice President.” Die eerdere lezing, welke duidelijk het vermoeden naar voren bracht dat de president en de vice president logen, werd naar verluidt aangepast na ferm gelobby door het Witte Huis (Daniel Klaidman en Michael Hirsh, Wie Had Werkelijk de Leiding, in Newsweek, 20 juni 2004).
Zie Punt MC-3: “De Bewering met Betrekking tot het Tijdstip van Aankomst van Dick Cheney in de Bunker van het Witte Huis”.

 

Comments are closed.