Search results for "dick cheney"

New York, 8 september 2015 – Veertien jaar na de wereldschokkende gebeurtenissen van 11 september 2001 heeft een panel van 23 professionele onderzoekers nieuw bewijs boven water gehaald dat de officiële lezing betwist.

Vandaag publiceert het Consensuspanel 11 September twee nieuwe Consensuspunten waarin bewijs wordt overlegd dat er sprake was van voorkennis van de aanvallen.

Het eerste punt, Punt H-2, gaat over Able Danger, codenaam voor een hoog niveau inlichtingenoperatie, opgezet door de generaals Hugh Shelton en Peter Schoonmaker, Opperbevelhebbers van het Commando Bijzondere Operaties van het Ministerie van Defensie (SOCOM).

Able Danger bracht naar voren dat de man die werd geïdentificeerd als “Mohamed Atta” al sinds januari/februari in het land was, ongeveer 18 maanden voor de aanslagen van 11 September, terwijl de officiële lezing zegt dat hij in juni 2000 aankwam.

Hoe dan ook: Het bewijs dat Able Danger opleverde werd voor het plaatsvinden van de aanvallen stelselmatig door overheidsambtenaren genegeerd; de Commissie 11 September zwijgt er achteraf over in hun Eindverslag; en de Inspecteur Generaal van het Ministerie van Defensie stopte het later in de doofpot.

Voormalig directeur van de FBI noemde de bewering van de Commissie 11 September, dat dit bewijs historisch niet van belang was, “verbijsterend.”

Het tweede nieuwe Consensuspunt, Punt Pent-4, toont aan dat de aanval door een aantal mensen werd verwacht voor deze plaatsvond. Een aantal militaire oefeningen, gehouden voor 11 September, waar virtueel vliegtuigen in het Pentagon werden gevlogen, suggereren dat een dergelijke aanval niet onverwacht was.

Verder verschenen er nieuwsberichten dat veiligheidsbronnen ambtenaren van het Pentagon en andere overheidsdienaren waarschuwden niet vliegen op 11 September.

Op de ochtend van 11 September voorspelde Minister van Defensie Donald Rumsfeld een aanval op het Pentagon. Er werd bericht dat hij, gezeten in zijn kantoor en kijkend naar een televisieverslag vanuit New York, zei: “Geloof me, dit is nog niet voorbij. Er komt nog een aanval, misschien wel hier.”

Dan, binnen minuten na de aanval, en ondanks zwaar verstopte verkeersaders, arriveerde de FBI om op verschillende locaties videobanden van beveiligingscamera’s in beslag te nemen, camera’s gericht op het deel van het Pentagon dat net daarvoor was geraakt.

Pentagon-correspondent van NBC Jim Miklaszewski werd werd vooraf gewaarschuwd door een official van de militaire inlichtingendienst, die zei: “Ik zou de rest van de dag wegblijven van de E-ring [de buitenste ring van het Pentagon, waar het kantoor van NBC was gevestigd], want nu zijn wij aan de beurt.”

Eerdere Consensuspunten die betrekking hebben op voorkennis gaan onder andere over het instorten van Gebouw 7, over handel met voorkennis, en over de rollen van Vice President Dick Cheney en burgemeester van New York Rudy Giuliani.

Het Consensuspanel maakt gebruik van een methode die in de medische wetenschap wordt gebruikt om te komen tot consensusverklaringen van het beste bewijs aangaande specifieke onderwerpen. Tijdens het onderzoek blijven de deelnemende experts blind van elkaar, dit gedurende drie ronden van herziening en terugkoppeling.

Over een periode van vier jaar heeft het panel 46 bewijspunten gepubliceerd die de officiële lezing van 11 September betwisten.

Bron: The 9/11 Consensus Panel   @consensus911
Contact voor media: www.consensus911.org/nl/media-contacts-nl/
E-mail: consensus911@gmail.com

###

 

Punt Pent-4: Was er sprake van voorkennis bij ambtenaren dat het Pentagon
Punt Pent-4: zou worden aangevallen?

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

De officiële lezing

Voor het welslagen van de aanvallen op 11 September was het verrassingselement van cruciaal belang, wat werd benadrukt door sleutelfiguren van het Witte Huis en het Pentagon:

  • President George Bush zei: “Ze [al-Qaeda] hebben toegeslagen op een manier die onvoorstelbaar was.” [1]
  • Minister van Defensie Donald Rumsfeld zei: “Dit had niemand gedacht.” [2]
  • Generaal Richard Meyers, Plaatsvervangend Commandant van de Gezamenlijke Stafhoofden, zei: “Je wilt het niet toegeven, maar hier hadden we niet aan gedacht.” [3]
  • De perschef van het Witte Huis Ari Fleischer, zei: “Wat er op 11 September gebeurde had niemand zich voor kunnen stellen, mensen die vliegtuigen zouden gebruiken als wapens en projectielen.” [4]
  • Nationaal Veiligheidsadviseur Condoleezza Rice zei: “Ik denk niet dat iemand had kunnen voorspellen dat die lieden een vliegtuig zouden kapen en het tegen het World Trade Center zouden vliegen, en dan nog één in het Pentagon; dat ze zouden proberen om van een vliegtuig een wapen te maken, een gekaapt toestel als wapen zouden gebruiken.” [5]
  • Luitenant kolonel van de Luchtmacht Vic Warzinski, een woordvoerder van het Pentagon, zei: “Het Pentagon was simpelweg niet op de hoogte dat dit toestel onze kant opkwam, en ik denk dat voor de gebeurtenissen van dinsdag niemand zoiets op die plek had verwacht. Er waren geen voortekenen, geen specifieke waarschuwing die er ook maar iemand met een redelijke kijk op de wereld op zou brengen te denken dat dit een een mogelijke dreiging was.” [6]
Het beste bewijs

Volgende bewijzen suggereren dat de aanval op het Pentagon helemaal niet onverwacht was: [7]

I. Militaire oefeningen voor 11 September met vliegtuigen die in het Pentagon vliegen

  • In 1999 oefende NORAD op kapingen waarbij vliegtuigen in het Pentagon en het World Trade Center werden gevlogen. [8]
  • Het Amerikaanse leger hield tussen 24 en 26 oktober 2000 een oefening hoe te reageren wanneer een vliegtuig in het Pentagon zou vliegen. Reddingswerkers van het Pentagon en Arlington County kwamen samen in een conferentiezaal van het kantoor van de Minister van Defensie voor een oefening, waar het ging om een commercieel toestel dat het Pentagon binnenvloog waarbij 341 slachtoffers vielen. [9]
  • Medisch personeel van het Ministerie van Defensie oefenden een scenario waar “een geleid wapen, in de vorm van een gekaapte 757” in het Pentagon werd gevlogen. Deze oefening vond plaats in mei 2001. [10]


II. Overheidsambtenaren werden gewaarschuwd om niet te vliegen

In het nieuws verschenen berichten dat veiligheidsbronnen ambtenaren van het Pentagon en andere overheidsdiensten hadden gewaarschuwd met betrekking tot vliegen op 11 September:

  • In een verhaal over waarschuwingen berichtte Newsweek: “Op 10 september, zo heeft Newsweek vernomen, annuleerde een groep topambtenaren van het Pentagon plotseling hun vliegplannen voor de volgende ochtend, ogenschijnlijk omwille van zorgen betreffende de veiligheid.” [11]
  • Willie Brown, de burgemeester van San Fransisco, werd laat maandagavond gewaarschuwd door wat hij noemde “zijn veiligheidsmensen op het vliegveld.” [12]
  • Schrijver Salman Rushdie werd het door een noodverordening van de FAA (de Amerikaanse luchtvaartautoriteit) onmogelijk gemaakt om te vliegen in de week van 11 september 2001. [13]

III. Minister van Defensie Donald Rumsfeld voorspelt tot twee keer toe op handen zijnde aanval op het Pentagon

  • Op de ochtend van 11 September hield Minister van Defensie Donald Rumsfeld van 8-8:50 uur een goed bezochte ontbijtvergadering in het Pentagon met supporters van het Witte Huis om goedkeuring te vinden voor een verbeterde raketafweer. De vergadering was bijna afgelopen op het moment dat het eerste vliegtuig tegen het World Trade Center aanvloog, om 8:46 uur. In de loop van de vergadering meldde Rumsfeld dat “in de komende twee, vier, zes, acht, tien, twaalf maanden er iets groots zal gebeuren in de wereld dat schokkend genoeg is om mensen eraan te herinneren hoe belangrijk het is om een sterk en gezond Ministerie van Defensie te hebben.” [14]
  • Later, tijdens een vergadering in het kantoor van Rumsfeld, meldde Christopher Cox, voorzitter van het comité voor defensiebeleid van het Huis van Afgevaardigden, dat Rumsfeld specifieker was geweest. Cox zei:

    “Net voordat het Ministerie van Defensie werd geraakt door de zelfmoordkapers beschreef Minister Rumsfeld me waarom Amerika zich … moet richten op de werkelijke dreiging van de 21ste eeuw: terrorisme en het onverwachte …

    ‘Als we kwetsbaar blijven voor raketaanvallen dan kan een terroristische groepering of schurkenstaat, die bewezen heeft de VS of haar bondgenoten te kunnen raken van verre afstand, ons hele land in gijzeling nemen onder dreiging van een nucleaire aanval of ander soort chantage,’ zei hij.
    ‘En laat me je dit zeggen … Er zal iets gebeuren … Er zal iets gebeuren.’ ” [15]

    Volgens The Telegraph bevond Donald Rumsfeld, de Minister van Defensie, zich in zijn kantoor aan de oostkant van het gebouw, in vergadering met Christopher Cox. Meneer Rumsfeld, zo herinnert zich meneer Cox, keek naar een televisieverslag uit New York en zei: “Geloof me, dit is nog niet voorbij. Er komt nog een aanval, misschien wel hier.” [16]

    Ogenblikken later raakte het vliegtuig het Pentagon. (Op het moment dat de aanval daadwerkelijk plaatsvond bestond er geen dreiging voor Rumsfeld omdat de aanval zich afspeelde aan de andere kant van het gebouw.)


IV. NBC’s correspondent voor het Pentagon Jim Miklaszewski gewaarschuwd voor aanval op het Pentagon door inlichtingenofficier

Ergens tussen 9.03 en 9.37 uur in de ochtend zei NBC’s Pentagon-correspondent Jim Miklaszewski voor de camera:

“De eerste keer dat ik het woord ‘terrorisme’ hoorde komen uit de mond van een Amerikaanse official was kort nadat het tweede vliegtuig was ingeslagen, en ik een inlichtingenofficier van het leger tegen het lijf liep. Ik zei: ‘Luister eens … , wat heb je voor me?’ En hij zei: ‘Dit is duidelijk een terroristische daad.’ Toen kwam hij heel dichtbij en, na een paar seconden van stilte, boog hij zich naar me toe en zei: ‘Deze aanval was zo goed gecoördineerd dat, als ik jou was, ik voor de rest van de dag weg zou blijven van de E-ring – de buitenste ring van het Pentagon, waar ons kantoor van NBC was – want nu zijn wij aan de beurt.’” [17]

De klaarblijkelijke voorkennis van de inlichtingenofficier was om onverklaarbare redenen specifiek:

  1. Hoe wist hij dat het Pentagon als volgende zou worden geraakt?
  2. Zelfs als het maar een gok was geweest dat het Pentagon als volgende zou worden geraakt, hoe had hij kunnen raden dat de buitenste E-ring het specifieke doelwit zou zijn?
  3. Natuurlijk, als een aanval met een vliegtuig was gericht op één van de muren dan zou de E-ring worden getroffen. Maar hoe had hij kunnen raden dat de aanval zou plaatsvinden op één van de muren, die maar 24 meter hoog waren, terwijl het voor een vliegtuig makkelijker zou zijn geweest om zich in het dak van het Pentagon te boren, waarbij mogelijk de Minister van Defensie en andere hoge militairen het slachtoffer zouden zijn geweest?


V. De FBI neemt video-opnamen van beveiligingscamera’s in beslag, slechts minuten na de aanval op het Pentagon

Op de ochtend van 11 September was het Pentagon omgeven door spitsverkeer dat in de file stond[18]

In een retrospectieve analyse van het Ministerie van Justitie wordt beschreven hoe moeilijk het was voor de FBI om de rampplek te bereiken na het officiële tijdstip van de aanval, 9.37 uur:

“Het team van de FBI voor het verzamelen van bewijsmateriaal begon te arriveren voor 10 uur ‘s ochtends en vestigde zich op een grasveld in de buurt van de heliport. Omdat de verkeersaders hopeloos verstopt waren duurde het een paar uur voordat de hele groep zich door het verkeer had geworsteld van het District Columbia naar het Pentagon.” [19]

Hun eerste prioriteit was “het vinden en verzamelen van alle vliegtuigonderdelen en andere stukken bewijsmateriaal van het grasveld aan de westzijde van het gebouw voordat brandweerlieden en andere reddingswerkers het helemaal zouden hebben vertrapt.” [20]

Ondanks deze omstandigheden en prioriteiten identificeerden de FBI-agenten ten minste twee particuliere bedrijven wier beveiligingscamera’s de aanval wellicht hadden geregistreerd. Hun videobeelden werden door FBI-agenten binnen minuten na de aanval op het Pentagon in beslag genomen:

  1. José Velasquez, bedrijfsleider van het Citco tankstation werd geïnterviewd door de Richmond Times-Dispatch: “Velasquez zegt dat de beveiligingscamera’s van het tankstation dicht genoeg bij het Pentagon hingen om het moment van de inslag vast te hebben kunnen leggen. ‘Ik heb die beelden nooit gezien,’ zei hij, ‘de FBI was binnen minuten hier en nam de opnamen mee.’” [21]
  2. “De beveiligingscamera boven op het dak van een hotel in de buurt van het Pentagon heeft wellicht dramatische beelden vastgelegd van de gekaapte 757 die zich in de westelijke muur van het Pentagon boorde. Medewerkers van het hotel hebben met afgrijzen de opnamen een aantal malen bekeken voor de FBI de video in beslag nam.” [22]

Het lijkt erop alsof de FBI-agenten, die zo snel ter plekke waren om de videobanden van particuliere bedrijven in beslag te nemen, afzonderlijk handelden van het team voor het verzamelen van bewijsmateriaal, dat door het drukke verkeer werd vertraagd.

Conclusie

Het idee van voorkennis betreffende de aanvallen van 11 September wordt ook behandeld in de Consensuspunten over World Trade Center 7, over handel met voorkennis, over de rol van Vice President Dick Cheney met betrekking tot het Pentagon, over burgemeester van New York Rudy Giuliani, en over de ontdekkingen die voortkwamen uit de gegevensverzamelingsoperatie Able Danger.

Deze fascinerende collectie bewijs suggereert dat er sprake was van voorkennis over de aanval op het Pentagon bij meerdere ambtenaren. De aanval op het Pentagon (hoe het dan ook gebeurd is) behoeft een volledig en onafhankelijk onderzoek met dagvaardingsmacht.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties voor Punt Pent-4
White House News Release, “President Meets with Muslim Leaders”, 26 september 2001.
American Free Press Service, US Department of Defense, 23 oktober 2001.
Air Attack on Pentagon Indicates Weaknesses”, door Sylvia Adcock, Brian Donovan en Craig Gordon, Newsday, 23 september 2001.
Als er een verklaring wordt afgegeven over het Pentagon als zijnde “aangevallen” dan wordt er over het algemeen van uit gegaan dat dit betekent dat het Pentagon is geraakt door een vliegtuig. Maar er is niet genoeg bewijs geleverd om de aard van de aanval afdoende te kunnen vaststellen. Wat met zekerheid kan worden gesteld is dat er één of ander soort aanval heeft plaatsgevonden, met tientallen doden als resultaat.
Steven Komarow en Tom Squitieri, “NORAD had drills of jets as weapons”, USA Today, 18 april 2004; ook: Barbara Starr, “NORAD exercise had jet crashing into building”, CNN Washington Bureau,
19 april 2004.
US Army. Military District of Washington, “Contingency planning Pentagon MASCAL exercise simulates scenarios in preparing for emergencies”, 3 november 2000.
Matt Mienka, “Pentagon Medics Trained for Strike”, US Medicine, 1 oktober 2001.
Mark Hosenball, “Bush: ‘We’re at War’,” Newsweek, 23 september 2001. Het Eindverslag Commissie 11 September heeft dit rapport weggelaten.
Phillip Matier en Andrew Ross, “Willie Brown got low-key early warning about air travel”, San Francisco Chronicle, 12 september 2001.
James Doran, “Rushdie’s air ban”, London Times (Times Online), 27 september 2001.
Transcriptie: “Secretary Rumsfeld Interview with Larry King”, Larry King Live, CNN, 5 december 2001.
Chairman Cox’s Statement on the Terrorist Attack on America”, dinsdag, 11 september 2001. Het citaat uit zijn persbericht werd dezelfde dag opgepikt door Associated Press: Robert Burns, “Pentagon attack came minutes after Rumsfeld predicted: ‘There will be another event’,” The Topeka-Capitol Journal (Associated Press), 11 september 2001.
William Langley, “Revealed: what really went on during Bush’s ‘missing hours’,” The Telegraph, 16 december 2001.
Alleen geluid, zie “9/11 News Oddities – Reporter Pre-Warned of Pentagon Attacks”, NBC News, 11 september 2001. Voor de videobeelden van Mr. Miklaszewski, zie de documentaire over 11 September van Massimo Mazzucco, “September 11: The New Pearl Harbor” (@IMDb), 1:15:22 tot 1:16:18 min (of deze korte, 1,5 min excerpt).
Arlington County After-Action Report on the Response to the September 11 Terrorist Attack on the Pentagon”, Titan Systems Corporation onder contract van het Ministerie van Justitie, n.d. [2000], Annex A, blz A-22. “Het forensisch team was 30 minuten na de aanval ter plekke. Special agent John Adams begon met het organiseren van het team voor bewijsverzameling vanaf het grasveld.” Blz. C-45.
Patrick Creed en Rick Newman, “Firefight: Inside the Battle to Save the Pentagon on 9/11”, Presidio Press, 2008, blz. 80.
Bill McKelway, “Three Months On, Tension Lingers Near the Pentagon”, Richmond Times-Dispatch, 11 december 2001.
Bill Gertz en Rowan Scarborough, “Inside the Ring”, Washington Times, 21 september 2001.

 

Punt MC-10: De bewegingen van burgemeester van New York Giuliani
Punt MC-10: op 11 september 2001

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Achtergrond

Eén van de meest verrassende gebeurtenissen op 11 september was dat de burgemeester van New York, Rudy Giuliani, ‘s ochtends tegen verslaggever van ABC Peter Jennings zei dat hij en zijn rampenteam – die zich bevonden in een gebouw aan Barclay Street 75 [2001 map – Noot van de redactie], waar ze hun tijdelijke hoofdkwartier hadden ingericht nadat de Twin Towers waren geraakt – waren gewaarschuwd dat het World Trade Center zou gaan instorten, daarom was besloten dat ze het gebouw aan Barclay Street zouden verlaten (ontvluchten).

Later vertelde hij de Commissie 11 September een heel andere lezing over welk gebouw men dacht dat zou instorten.

De Commissie 11 September vroeg hem niet naar de ogenschijnlijke tegenstellingen dus dient de verklaring die hij de Commissie gaf als officiële lezing.

De officiële lezing

Op 19 mei 2004 getuigde burgemeester Giuliani voor de Commissie 11 September. Vrijwillig een verklaring afleggend over wat hij die ochtend van 11 september had gedaan vertelde Giuliani dat hem, na een ontbijt in een hotel een stukje verwijderd van het World Trade Center, werd verteld dat een tweemotorig vliegtuigje tegen de noordelijke toren was gevlogen. Terwijl ze zich in een busje bevonden om bij het World Trade Center te komen hoorden Giuliani en zijn ontbijtgasten dat de zuidelijke toren door een tweede vliegtuig was geraakt, waardoor het hem duidelijk werd dat er een terroristische aanslag gaande was.

Giuliani en zijn reisgezelschap zagen dat ze niet verder konden komen dan Barclay Street. Op dat moment werd hem door de politiecommissaris verteld dat Gebouw 7 van het World Trade Center (waar Giuliani’s kantoor voor rampenbestrijding was gevestigd) was geëvacueerd. Daarom zouden ze uitwijken naar Barclay Street 75 [2001 map – Noot van de redactie] om daar een post op te zetten. Giuliani vertelde de Commissie dat, nadat ze het gebouw waren binnengegaan en hij wachtte op een telefoonverbinding met Vice President Dick Cheney:

“Ik hoorde een klik, het bureau begon te schudden, en toen hoorde ik commissaris Esposito, het geüniformeerde hoofd van politie … zeggen ‘de zuidelijke toren is gevallen, de toren is ingestort.’ Het eerste wat ik dacht was dat de radioantenne op het dak van het World Trade Center naar beneden was gekomen. Ik kon me niet voorstellen dat de hele toren was ingestort, maar, terwijl hij dit vertelde, zag ik mijn bureau schudden en … toen zag ik buiten plotseling een enorme hoeveelheid puin, eerst voelde het als een aardbeving, toen leek het net een wolk als na een atoomexplosie. We beseften al snel dat we in het gebouw aan Barclay Street niet veilig waren, dat het in zou kunnen storten … Daarom besloten de commissaris, zijn adjunct en ik dat we moesten proberen iedereen uit het gebouw te krijgen.”

Dus verlieten Giuliani en zijn team het gebouw aan Barclay Street want “als er iets zou gebeuren en het gebouw zou instorten dan zo goed als het hele bestuur van de stad er niet meer zijn.” [1]

Het beste bewijs

Het verslag van Giuliani aan de Commissie 11 September bevat twee ernstige tegenstrijdigheden met wat hij aan Peter Jennings had verteld:

  1. Hij vertelde de Commissie niet dat hij was gewaarschuwd dat het World Trade Center zou gaan instorten.
  2. Hij vertelde de Commissie dat hij en zijn staf het gebouw aan Barclay Street hadden verlaten uit angst dat het in zou gaan storten.

Het interview met Peter Jennings

Toen hij op de ochtend van 11 september via de telefoon werd geïnterviewd door Peter Jennings, toenmalig presentator van het journaal van ABC News, zei Giuliani, nadat hij had gehoord van de aanslag op het World Trade Center,

“ging ik naar de onheilsplek en we vestigden een hoofdkwartier aan Barclay Street 75. Daar waren ook de politiecommissaris, de brandweercommandant en het hoofd Rampenbestrijding. We waren daar aan het werk toen ons werd verteld dat het World Trade Center zou gaan instorten. En dat gebeurde ook met de zuidelijke toren voordat we het gebouw aan Barclay Street konden verlaten. We zaten daar ongeveer 10 tot 15 minuten vast voordat we een uitgang vonden en naar buiten konden.” [2]

De verklaring die Giuliani aflegde aan Peter Jennings komt voor een deel overeen met wat hij de Commissie 11 September later vertelde. Wat hij de Commissie niet vertelde was dat “hem was verteld dat het World Trade Center zou gaan instorten.” Daarnaast, waar hij tegen Jennings had gezegd dat hij bezorgd was dat de Twin Towers in zouden storten, in plaats daarvan vertelde hij de Commissie dat hij bezorgd was dat hij en zijn mensen “zich in gevaar bevonden in het gebouw aan Barclay Street, dat het gebouw in zou kunnen storten.”

Ook al vroeg de Commissie 11 September Giuliani niet naar deze tegenstrijdigheden – er werd met geen woord gerept over zorg dat het World Trade Center in zou gaan storten; opnieuw de uitgesproken bezorgdheid dat het gebouw aan Barclay Street in zou gaan storten – in mei 2007 berichtte WNBC dat Giuliani door een klein groepje met een videocamera werd gevraagd naar het interview met Jennings. [3] Een jonge vrouw vroeg Giuliani, na hem te hebben herinnerd aan zijn verklaring aan Jennings dat “nog nooit eerder in de geschiedenis een stalen structuur is ingestort als gevolg van een brand:” “Waarom werden de mensen in de gebouwen niet op de hoogte gebracht? En wie wist hier verder nog van? En hoe kunt u ‘s nachts nog slapen?” Giuliani antwoordde: “Ik wist niet dat de torens in zouden storten.” Een mannelijk lid uit de groep herinnerde Giuliani eraan dat hij Jennings wel degelijk had verteld dat hij van tevoren was gewaarschuwd dat de torens in zouden gaan storten, en voegde eraan toe: “Wie heeft u van tevoren gewaarschuwd dat de torens in zouden gaan storten, meneer?” Giuliani antwoordde: “Ik realiseerde me niet dat de torens in zouden storten. … Wat wij begrepen was dat na een langere tijd, als je kijkt naar andere gebouwen die zijn ingestort, de torens in zouden kunnen storten, ik bedoel over een periode van 7, 8, 9, 10 uur. Voor zover ik weet had niemand een vermoeden dat ze zouden imploderen. Dat was een volkomen verrassing.” [4]

Maar deze verklaring is tegenstrijdig met wat Giuliani aan Jennings verklaarde — “ons werd verteld dat het World Trade Center in zou gaan storten. En dat gebeurde ook, nog voordat we het gebouw hadden kunnen verlaten.” Volgens die verklaring is het duidelijk dat hij verwachtte dat ten minste één van de torens in zou gaan storten.

Giuliani’s bewering over andere ingestorte gebouwen

De alternatieve verklaring van Giuliani is ook in tegenstrijd met het feitelijke bewijs.

Op de eerste plaats, toen hij sprak van “de manier waarop andere gebouwen waren ingestort” impliceerde hij dat er eerder wolkenkrabbers met een stalen frame waren ingestort (anders zou het noemen van ingestorte gebouwen irrelevant zijn geweest). Feitelijk is de uitspraak van de jongedame, dat “nog nooit in de geschiedenis een stalen structuur is ingestort als gevolg van brand” niet controversieel. Twee maanden na 11 september schreef bijvoorbeeld verslaggever James Glanz van de New York Times dat “experts zeggen dat nog nooit een … moderne, met staal versterkte wolkenkrabber is ingestort als gevolg van een ongecontroleerd woedende brand.” [5] Tevens, ook al beweerde Giuliani dat hij verwachtte dat een toren binnen een periode van 7-10 uur in zou storten, er waren eerder branden geweest in dergelijke gebouwen, sommigen woedden langer dan 10 uur, en geen ervan was ingestort:

  • In 1988 brandde het 61 verdiepingen tellende gebouw van First Interstate Bank gedurende 3 ½ uur terwijl 64 eenheden van de brandweer probeerden het vuur te bestrijden. De brand verwoestte kantoren over de 11de tot de 15e verdieping “zonder schade aan de hoofdstructuur.” [6]
  • In 1991 woedde gedurende 18 uur een enorme brand in Philadelphia’s One Meridian Plaza en verwoestte 8 van de 37 verdiepingen. “Steunbalken en onderleggers verzakten en vervormden … door ernstige blootstelling aan vuur”, zei het rapport van FEMA, maar “de kolommen bleven hun lading dragen zonder waarneembare schade.” [7]
  • Tijden de jaren 1990′ werden in Groot Brittannië een aantal experimenten gedaan om te zien wat voor schade er aan gebouwen met een stalen structuur zou ontstaan door blootstelling aan extreem hete, alles vernietigende branden die uren duurden. Na een evaluatie van de experimenten zei FEMA: “Ondanks dat de stalen delen een temperatuur bereikten van tussen 800-900°C (1.500-1.700°F) tijdens drie van de tests … zagen we bij geen van de zes een instorting.” [8]
  • Tot slot, om aan te tonen dat de natuurwetten in 2001 niet waren veranderd, in 2004, in Caracas, woedde een brand in een gebouw van 49 verdiepingen die 17 uur aanhield waarbij het volledige interieur van de bovenste 20 verdiepingen werd verwoest. Toch stortte dit gebouw niet in. [9]

Echter, ondanks dat de nadrukkelijke bewering, dat gebouwen met een stalen skelet waren ingestort na een brand van enige uren, onjuist was verklaarde Giuliani: “Zoals wij het begrepen, over een langere periode, kijkend naar hoe andere gebouwen waren ingestort, zouden de torens in kunnen storten” (nadruk toegevoegd). Maar zelfs dat klopt niet, want Robert F Shea, de dienstdoende ambtenaar van FEMA’s Federaal Kantoor Verzekeringen en Mitigatie, zei: “Niemand die het die dag zelf heeft gezien, inclusief mezelf, geloofde dat die torens in zouden storten,” [10] en die mening werd bevestigd door een veelheid aan brandweerlieden en andere experts. [11]

Dientengevolge is er geen basis voor een herziene versie volgens welke Giuliani niet aan Peter Jennings van ABC vertelde dat hij was gewaarschuwd “dat het World Trade Center in zou gaan storten.” Gegeven het feit dat Giuliani dit wel heeft gezegd is de volgende vraag: Wie gaf Giuliani deze informatie?

Wie vertelde Giuliani dat het World Trade Center in zou gaan storten?

Voor een deel kan het antwoord worden gevonden in de mondelinge verslagen die werden opgetekend door de Brandweer van New York.

  • Adjunct commandant Albert Turi berichtte dat, op een moment dat men geen indicatie had van structurele instabiliteit, “Steve Mosiello, uitvoerend assistent van commandant Ganci, naar de commandopost kwam en zei dat hij rapporten kreeg van het OEM (Bureau Crisismanagement) dat de structuur van de gebouwen niet gezond is … en Pete [Ganci] zei: Nou, van wie komen die berichten dan? … Steve [Mosiello] haalde iemand van het team medische noodhulpverlening naar de commandopost. … Commandant Ganci vroeg hem waar die rapporten vandaan kwamen. Hij antwoordde: Ik weet het niet zeker, dit is wat het OEM bericht.” [12]
  • Uit de verklaring van Steven Mosiello blijkt dat die medische hulpverlener Richard Zarrillo was, die zei: “John [Perrugia] kwam naar me toe en zei dat ik commandant Ganci moest vinden en hem de volgende boodschap moest geven: dat de gebouwen zijn aangetast, we moeten evacueren, ze gaan instorten. Ik zei: OK.” Nadat hij en Steve Mosiello Ganci hadden verteld dat de gebouwen in zouden gaan storten zei Ganci: “Wie heeft je dat godverdomme verteld?” Mosiello zei tegen hem en anderen: “Ik was net bij het OEM. De boodschap die ik kreeg was dat de gebouwen in gaan storten; we moeten onze mensen daar weghalen.” [13]
  • John Peruggia zei: “Zij (mensen in het operationeel centrum) gaven me te kennen dat het Crisismanagement was geactiveerd.” Later berichtte Peruggia: “Ik was in gesprek met Mr. Rotanz [adjunct directeur planning en onderzoek van het OEM [14] … en één of andere ingenieur, en nog een aantal van ons, we zaten bij elkaar in de hal en toen werd ik erop gewezen dat men dacht dat de structurele schade aan de gebouwen aanzienlijk was en zij er aardig van overtuigd waren dat de stabiliteit van het gebouw was aangetast en dat ze dachten dat de noordelijke toren op instorten stond. Ik greep medisch staflid Zarrillo bij zijn kladden en bracht hem op de hoogte van die informatie. Ik zei hem dat hij meteen naar de commandopost moest gaan waar commandant Ganci was.
  • Dat hij hem moest vertellen dat de structurele integriteit van het gebouw was aangetast en dat zij meenden dat er een direct gevaar op instorten bestond.” [15]
  • Peruggia werd gevraagd of ze het hadden “over één gebouw of allebei”, waarop hij zei: “De informatie die we op dat moment kregen was dat zij meenden dat beide gebouwen een aanzienlijke schade hadden opgelopen.” [16]

Zoals deze getuigenissen aantonen kwam de boodschap dat de torens in zouden gaan storten van het OEM. Hieruit volgt dat, als Giuliani, zoals hij vertelde aan Peter Jennings, was geïnformeerd dat de torens in zouden gaan storten, deze waarschuwing afkomstig moet zijn geweest van het OEM.

Maar het OEM viel onder de leiding van Giuliani. [17] Dus hoewel Giuliani zei dat hem en de anderen aan Barclay Street 75 “werd verteld” dat de torens in zouden gaan storten, de waarschuwing kwam van zijn eigen mensen uit zijn eigen kantoor.

De vraag die dan overblijft is deze: Hoe konden de mensen van het OEM weten – gezien het algemeen aanvaard geloof dat een compleet instorten van de torens een onmogelijkheid was – dat de torens in zouden gaan storten?

De brandweercommandant die verwachtte dat de torens zouden vallen

Commandant Ray Downey was naar verluidt een uitzondering op het uitgesproken geloof van de Commissie 11 September dat “geen van de aanwezige (brandweer)commandanten geloofden dat een totale instorting van elk van de torens mogelijk was.” [18] Een belangrijke uitzondering, want, zoals lid van de Commissie 11 September Timothy Roemer zei, Downey was “een zeer gerespecteerde expert op het gebied van instorting van gebouwen.” Een brandweercommandant zei feitelijk dat Downey “de meest vooraanstaande expert van het land was op dit terrein.” [19]

Commissaris van de brandweer van New York Thomas von Essen vertelde de Commissie 11 September dat Downey tegen hem zei: “Baas, volgens mij zouden deze gebouwen in kunnen storten.” [20] Gevraagd naar het waarom zei Downey’s neef Tom Downey dat zijn oom “vreesde dat er in de torens secundaire explosieven waren die de brandweerlieden schade zouden kunnen berokkenen.” [21]

Tijdens zijn interview voor de mondelinge verslagen zei kapelaan van de New Yorkse brandweer, Pater John Delendick, dat, nadat de top van de zuidelijk toren geëxplodeerd leek te zijn, hij aan Downey vroeg of die explosie het gevolg was van vliegtuigbrandstof. Downey antwoordde “dat hij op dat moment meende dat zich daarboven explosieven bevonden omdat het te gelijkmatig was” – ofwel dat het te gelijkmatig gebeurde om het gevolg te kunnen zijn van exploderende kerosine. [22]

Conclusie

Het verslag dat burgemeester Giuliani gaf aan de Commissie 11 September in mei 2004, volgens welk hij het gebouw aan Barclay Street 75 verliet uit angst dat het in zou storten, wordt tegengesproken door het verslag dat hij gaf aan ABC’s Peter Jennings op de ochtend van 11 september.

Toen Giuliani werd aangesproken om uit te leggen waarom hij de mensen in de torens niet had gewaarschuwd dat de torens in zouden gaan storten beweerde hij dat hij “zich niet realiseerde dat de torens in zouden storten” en dat “niemand [voor zover hij wist] ook maar enig besef had dat ze zouden imploderen.” Dit staat in schril contrast met de verklaring die hij aan Peter Jennings gaf, dat hem was verteld dat de torens in zouden gaan storten.

Hoe Giuliani wist dat Gebouw I en II van het World Trade Center naar beneden zouden komen is een vraag die nog niet publiekelijk aan Giuliani is gesteld, noch door de media, noch door enig orgaan van de overheid. Dit is een vraag die gesteld moet worden aan Giuliani, onder ede.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties voor Punt MC-10
Deze verklaring, die op 11 september werd gegeven aan Peter Jennings van ABC News, kan worden gelezen en gehoord op “Wie vertelde Giuliani op 11 september dat het World Trade Center in zou gaan storten?” Wat gebeurde er? (geüpdate), 27 augustus 2010.
Een video van deze ontmoeting met de titel “Activists confront Giuliani over 9/11” was te zien op video.wnbc.com/player/?id=112179 en kan nu worden bekeken op YouTube, getiteld “WeAreChange Confronts Giuliani on 9/11 Collapse Lies.”
James Glanz, “Ingenieurs staan paf bij het instorten van WTC 7”, New York Times, 29 november 2001.
United States Fire Administration, “Interstate Bank Building Fire”, Californië, mei 1988.
High Rise Office Building Fire, One Meridian Plaza, Philadelphia, Pennsylvania”, Federal Emergency Management Agency, blz. 19.
FEMA, World Trade Center Building Performance Study, appendix A [Prestatiestudie Gebouwen World Trade Center], mei 2002, “A: Overzicht van brandwering in gebouwen”, blz. A-9
Robert Nieto, “Fire Practically Destroys Venezuela’s Tallest Building [Brand vernietigt nagenoeg het hoogste gebouw van Venezuela]”, 18 oktober 2004.
Learning from 9/11: Understanding the Collapse of the World Trade Center [Leren van 11 September: Het begrijpen van de instorting van het World Trade Center]”, hoorzitting Wetenschapscommissie, Huis van Afgevaardigden, 6 maart 2002. Wat Gebouw 7 betreft lag het anders: Velen raakten overtuigd dat het in zou storten, maar dit was nadat de Twin Towers waren ingestort en nadat hen was gezegd dat het in zou storten. Zie Consensuspanel 11 September, Punt WTC7-7: “Voorkennis van het instorten van World Trade Center Gebouw 7”
Een aantal voorbeelden:

  • John Skilling, de eerst verantwoordelijke architect voor het ontwerp van de Twin Towers, zei in 1993, toen hem werd gevraagd wat het gevolg zou zijn als een volgetankt vliegtuig tegen één van de torens aan zou vliegen, dat er “een geweldige vuurzee zou ontstaan die vele mensen het leven zou kosten, maar dat de structuur intact zou blijven.” Eric Nalder, “Twin Towers ontworpen om botsing met vliegtuig te weerstaan”, Seattle Times, 27 februari 1993.
  • Een medewerker van het Onderzoeksbureau zei dat “niemand ooit had verwacht dat het zo zou instorten.” (mondelinge verslagen: Luitenant Murray Murad, blz. 20.
  • Een commandant van een bataljon brandweerlieden zei dat nadat “een hele verdieping was geëxplodeerd” hij dacht dat de top van de zuidelijke toren los zou komen naar beneden zou vallen, maar “niemand verwachtte dat dat hele ding naar beneden zou komen” (Mondelinge verslagen: Luitenant Murray Murad, blz. 20).
  • Een andere brandweerman zei: “Je kon gewoon niet geloven dat die gebouwen konden instorten … Dat is nog nooit eerder gebeurd” (Mondelinge verslagen: Luitenant Warren Smith, blz. 14-15, 30-31, 32).
  • Zelfs de Commissie 11 September zei dat, voor zover zij wisten, “geen van de aanwezige [brandweer]commandanten geloofden dat een volledig instorten van de torens mogelijk was” (Het Eindverslag Commissie 11 September, blz. 302. Eén blijkbare uitzondering was Commandant Ray Downey, een expert op gebied van instorting, maar hij was ervan overtuigd geraakt dat er explosieven in het gebouw waren aangebracht, zie Tom Downey, The Last Men Out: Life on the Edge of Rescue 2 Firehouse, [New York, Henry Bolt, 2004]).
  • Ook NIST, het Nationaal Instituut Waarden en Technologie, schreef: “Niemand die werd ondervraagd gaf aan dat ze dachten dat deze gebouwen volledig in zouden storten”
  • “Nooit gedacht dat dat hele ding naar beneden zou komen”, Mondelinge verslagen: Luitenant Murray Murad, blz. 20.
Een document met de titel “Korte geschiedenis van het Kantoor Crisimanagement van de stad New York” zei: “1996: Op uitvoeringsbevel is het Kantoor Crisismanagement van de Burgemeester in het leven geroepen. De directeur brengt rechtstreeks rapport uit aan de burgemeester.” (ook in OEM, “About OEM: History of NYC OEM”)
Het Eindverslag Commissie 11 September, blz. 302.
De verklaring van Roemer werd afgelegd tijdens het hoorzitting van de Commissie 11 September, 18 mei 2004.
Hoorzitting Commissie 11 September, 18 mei 2004. Von Essen had zijn verhaal al verteld in zijn boek, “Strong of Heart: Life and Death in the Fire Department of New York”, New York: William Morrow, 2002, blz. 22.
Tom Downey, “The Last Men Out: Life on the Edge at Rescue 2 Firehouse”, New York: Henry Holt, 2004.
Oral History [mondelinge verslagen], Pater John Delendick, blz. 5. Delendick voegde er aan toe: “Zoals we sindsdien hebben begrepen was het de vliegtuigbrandstof die naar beneden sijpelde wat dit allemaal heeft veroorzaakt.” Maar wat belangrijk is, is wat hij berichtte dat Downey, de expert, had gezegd.

 

Punt MC-9: Wat deed Generaal Ralph Eberhart tijdens
Punt MC-9: de aanvallen op 11 september?

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Inleiding
NORAD is de militaire afdeling van de VS/Canada die verantwoordelijk is voor de verdediging van het luchtruim. Hun normale operationele procedures – volgens welke vliegtuigen die van hun koers afwijken, die hun transponder uitzetten of waar het radiocontact volledig verloren gaat onderschept dienen te worden – werden op 11 september niet gevolgd.

Als opperbevelhebber van NORAD op 11 september was Generaal Ralph E “Ed” Eberhart de uiteindelijk verantwoordelijke voor alle tekortkomingen van NORAD op die dag – met name het niet onderscheppen van de gekaapte vliegtuigen voordat ze de torens en het Pentagon binnenvlogen. Het vierde vliegtuig, UA 93, dat naar verluidt op koers lag naar de hoofdstad, is wellicht neergeschoten door NORAD, maar NORAD ontkent dit. Zodoende luidt het officiële verhaal van 11 september dat NORAD vier uit vier keer faalde om die dag gekaapte toestellen te onderscheppen.

Desalniettemin, ondanks het rampzalig falen van NORAD onder zijn leiderschap, werd generaal Eberhart nooit vervolgd of zelfs maar bekritiseerd. Sterker nog, kort na 11 september werd hij gepromoveerd en werd later “een held van 11 september” genoemd. [1]

Eberhart heeft, in tegenstelling tot generaal Richard Myers en generaal Henry Shelton, niet geschreven over zijn bewegingen tijdens 11 september. Ook werd hij weinig besproken door de Commissie 11 September. Zodoende weten we dus weinig van zijn bewegingen op die dag. Er is in de pers en door officials echter genoeg bericht om een officieel beeld te schetsen van zijn handelingen.

De officiële lezing
  • “Op de ochtend van 11 september bevond generaal Eberhart zich in zijn kantoor op het hoofdkwartier – ruwweg 30 minuten rijden van Cheyenne Mountain, waar het operationeel centrum zich bevindt.” [2]
  • “Om 6:45 uur in de ochtend MDT (Mountain Daylight Time ofwel 8:45 uur Eastern Standard [sic; werkelijk Daylight] Time) ontving generaal Eberhart een telefoontje van de leidingevende (CD) van het CMOC (Cheyenne Mountain Operation Center) dat hem op de hoogte bracht van de gebeurtenissen van het moment, een mogelijke kaping aan de oostkust. Hem werd meegedeeld dat het hier niet om een oefening ging. Hij ging naar zijn kantoor terug en zag daar op CNN de explosie bij het World Trade Center.” [3]
  • Volgens Eberhart bestond op dat moment grote verwarring in het systeem. (Dit werd ook verklaard door de Canadese luitenant generaal Rick Findley, hoofd Krijgsstaf van het Cheyenne Mountain Operatiecentrum, die de Commissie 11 September later vertelde dat, na de tweede aanval op het World Trade Center, er “verwarring was over hoeveel en welke vliegtuigen waren gekaapt.” [4])Toen Eberhart hoorde van de tweede aanval op het World Trade Center werd het hem duidelijk dat het hier ging om een in gang zijnde, gecoördineerde terroristische aanval. [5]
  • Eberhart probeerde contact te krijgen met de Voorzitter van de Chefs van Staven generaal Henry Shelton, wat niet lukte omdat deze zich aan boord van een vliegtuig bevond, op weg naar Europa voor het bijwonen van een vergadering van de NAVO. [6]
  • Eberhart nam toen contact op met de plaatsvervangend voorzitter, generaal Richard Myers, die op dat moment een ontmoeting had met senator Max Cleland in het Capitool. Eberhart belde Myers ergens tussen 9:03-9:30 uur, ofwel nog voor de aanval op het Pentagon, die plaatsvond om ongeveer 9:37 uur ‘s ochtends. [7]
  • Eberhart bracht Myers op de hoogte en vertelde hem dat de Twin Towers waren geraakt, dat NORAD als antwoord hierop jagers de lucht in zou sturen, en dat hij samenwerkte met de FAA om alle niet militaire toestellen aan de grond te krijgen. [8]
  • Volgens Myers vertelde Eberhart hem dat er “verschillende kapingscodes zichtbaar waren in het systeem”, [9] wat inhield, zo zei Myers, “dat de transponders in de toestellen met de grond spraken, en ze zeiden … we worden gekaapt.” [10]
  • Vervolgens zei Eberhart dat hij in Gebouw 1 van Luchtmachtbasis Peterson zou blijven – het hoofdkwartier van het Ruimtecommando van de Amerikaanse luchtmacht (waar Eberhart ook de leiding over had) – omdat “hij het contact niet wilde verliezen.” Toen besloot hij echter toch naar het Operatiecentrum van Cheyenne Mountain te rijden, waar hij “omstreeks 9:30 uur EDT [of 7:30 uur MDT]” vertrok, wat kort moet zijn geweest na zijn gesprek met Myers. De verklaring die Eberhart gaf omtrent het waarom hij tijdens deze crisis die tocht ondernam was dat “het rustiger was geworden” en dat het “Operatiecentrum beschikte over communicatiefaciliteiten die er op Peterson niet waren.” [11]
  • Hoewel de rit van een kleine 20 kilometer volgens de Commissie 11 September normaal “ongeveer 30 minuten” duurde, deed Eberhart er 45 minuten over. Zoals een bericht in de Washington Post later zei, “kan dat ritje langer duren als het verkeer tegenzit.” [12] Tijdens deze periode, zo werd later bericht, “kon Eberhart geen telefoontjes ontvangen terwijl hogere leidinggevenden een afweging maakten hoe te reageren”, [13] of kon hij in ieder geval geen telefoonverbinding in stand houden: “Een gesprek met de vice president Dick Cheney werd afgebroken.” [14]
  • Om 9:49, tijdens een telefoontje over de luchtdreiging bij het Pentagon, gaf hij bevel “om alle beschikbare gevechtsvliegtuigen in staat van paraatheid te brengen, met volledige bewapening.” [15]
  • De Commissie 11 September vroeg Eberhart waarom hij, nadat hij besefte dat er een georganiseerde aanval op het land plaatsvond, niet een plan in werking stelde met de naam SCATANA (Security Control of Air Traffic and Air Navigation Aids), dat het luchtruim zou ontdoen van alle niet militaire toestellen zodat de luchtmacht de volledige controle zou hebben over het luchtruim van de VS. Eberhart verklaarde dat, met de radar waarover ze beschikte, NORAD niet in staat zou zijn geweest om “die dag het luchtruim te controleren”, dus als SCATANA plotseling zou worden geïmplementeerd, dan zouden er alleen maar meer problemen zijn ontstaan. Tegen de leidinggevenden die hem adviseerden om het plan meteen in werking te stellen zei Eberhart: “Ik zal SCATANA in werking stellen als het zodanig is aangepast dat … het er niet voor zorgt dat deze ernstige situatie niet nog erger wordt.” Twee uur nadat het tweede vliegtuig het WTC had getroffen was Eberhart in staat om het aangepaste SCATANA uit te voeren. [16]
Het beste bewijs
Als men het bewijs onderzoekt dan blijkt dat Eberhart, in plaats van een “held van 11 September” misschien eerder het tegenovergestelde was. Dit bewijs kan in twee categorieën worden opgedeeld:

  1. Eberhart heeft verschillende tegenstrijdige en ongeloofwaardige verklaringen afgelegd.
  2. Door zijn acties en het verzwijgen van zaken heeft hij gezorgd voor een aantal vertragingen.

1. Eberhart heeft verschillende tegenstrijdige en ongeloofwaardige verklaringen afgelegd

Het officiële verhaal met betrekking tot Eberhart bevat de volgende elementen die, in volgorde van hierboven genoemd, zullen worden besproken:

  • Eberhart zei dat hij eerst probeerde contact op te nemen met generaal Shelton tot hij erachter kwam dat deze onderweg was naar Europa. Echter, gezien de reis van Shelton al enige tijd van tevoren was gepland is de bewering dat Eberhart niet wist wanneer zijn directe meerdere (de Voorzitter van de Chefs van Staven) niet aanwezig zou zijn ongeloofwaardig.
  • Eberhart zei dat hij generaal Myers belde toen deze zich in het Capitool bevond – wat, zoals aangetoond onder Punt MC-6[17] onjuist was.
  • Hoewel Eberhart berichtte dat de gekaapte toestellen, door het gebruik van de kapingscode, met de grond communiceerden, is het falen van alle acht piloten om de kapingscode te “squawken” één van de grote problemen met de officiële lezing. [18] Ook al rechtvaardigt Eberhart zijn rit naar het Operatiecentrum door te zeggen dat het “rustiger was geworden”, er bevonden zich op dat moment nog steeds twee gekaapte toestellen in de lucht (dat hij dit geloofde blijkt uit zijn verklaring over verschillende kapingscodes in het systeem).
  • Als hij een goede reden had gehad om naar het Operatiecentrum te gaan dan had hij een snelle helikopter kunnen nemen (in plaats van er met de auto 45 minuten of langer over te doen). [19]
  • Hoewel Eberhart beweerde dat hij tijdens de rit niet via mobiele telefoon kon communiceren beval hij naar verluidt om 9:49 uur ‘s ochtends – tijdens een conferentietelefoontje over een luchtdreiging – dat alle piloten van jagers zich gevechtsklaar moesten maken. [20]
  • Hoewel “gevechtsklaar” klinkt als een effectieve actie, het betekent eigenlijk dat de piloten in hun toestel gaan zitten, met de motoren uit. Ze waren dus niet klaar om onmiddellijk vertrekken. [21]
  • Eberhart’s bewering dat hij niet direct kon overgaan tot het implementeren van SCATANA zonder een ernstige situatie verder te verergeren, is niet geloofwaardig gezien SCATANA een plan was voor noodsituaties, en een eventuele aanpassing zou al lang zijn uitgewerkt, zeker gezien het feit dat NORAD op dat moment oefeningen hield, waaronder een vliegtuig dat in Manhattan tegen een wolkenkrabber was aangevlogen. Bovendien leken degenen die Eberhart adviseerden het plan in werking te stellen zijn probleem niet te zien.

Hieruit volgt dat de officiële lezing met betrekking tot Eberhart onjuistheden, buitengewone beweringen, en handelingen en weglatingen bevat waardoor de onderschepping van de gekaapte toestellen vertraging opliep.

2. Door zijn acties en het verzwijgen van zaken heeft hij gezorgd voor een aantal vertragingen.

Dan zijn er nog verdere onregelmatigheden met betrekking tot Eberhart’s handelingen, omissies en verklaringen.

  • Het is voor NORAD een standaardprocedure om een vlucht te onderscheppen waarmee het radiocontact verloren is gegaan, die zijn transponder heeft uitgeschakeld of van koers is geraakt. Dit was het geval bij elk van de vluchten op 11 september en toch heeft NORAD, onder leiding van Eberhart, geen van de vluchten onderschept. [22]
  • Wat betreft het falen van NORAD, in 2001 werd een tijdlijn geproduceerd waarin werd beweerd dat NORAD wist van de kapingen en probeerde de toestellen te onderscheppen, maar dat ze nooit op tijd zouden zijn. [23] Norad hield vast aan dit verhaal tussen 2001 – 2004. Maar in 2004, in het Het Eindverslag Commissie 11 September, vertelden ze een heel ander verhaal dat zegt dat (1) de FAA NORAD niet op de hoogte had gesteld van American vlucht 11 tot het te laat was voor de jagers om het toestel nog op tijd te bereiken en dat (2) de FAA niets had gezegd over de andere drie toestellen tot na hun neerstorten. [24]
  • Waar het American 77 betreft (de vlucht die zich naar verluidt in het Pentagon boorde) zeiden Eberhart en de Commissie 11 September dat “NEADS (North Eastern Air Defense Sector) nooit bericht had gekregen dat vlucht 77 was gekaapt.” [25] Maar als dat waar is, waarom vertelde Eberhart dan, ongeveer zes weken na de aanvallen, de Senaat van de VS dat NORAD om 9:24 uur jagers op had laten stijgen nadat ze waren geïnformeerd dat de gekaapte vlucht American 77 in de richting van Washington vloog en daaraan toevoegde dat “die notificatie gedocumenteerd was?” [26] Betekent de tijdlijn uit 2004 dat Eberhart’s verklaring voor de Senaat een leugen was? Of betekent dit dat de FAA loog toen ze nadrukkelijk zeiden dat ze “real time informatie” hadden gedeeld met NORAD en het Pentagon over “alle vluchten van belang, inclusief vlucht 77?” [27]
  • Waarom zou dit nieuwe verhaal zijn ontstaan? De gemeenschap die onderzoek doet naar 11 september had aangetoond dat de eerste tijdlijn NORAD niet vrijpleitte omdat er voldoende tijd was om de vluchten te onderscheppen voor ze hun doelen konden treffen. In juni 2004, op het moment dat het Het Eindverslag Commissie 11 September werd voorbereid, zei Eberhart dat deze visie klopte – dat wanneer NEADS op de hoogte was gesteld op het moment dat de FAA beweerde, zijn mensen in staat waren geweest “om alle drie de toestellen, alle vier de toestellen, neer te schieten.” [28]
  • Toen Eberhart in maart 2004 door de Commissie 11 September werd ondervraagd [29] zei hij dat hij “niet wist van de omstandigheden die de aanleiding waren” voor het in de lucht sturen van jagers om 9:24 uur vanaf luchtmachtbasis Langley. Nadat hij hoorde dat NEADS de jagers had uitgestuurd op basis van een onjuist rapport – dat vlucht American 11, de vlucht die Toren 1 had geraakt, zich nog steeds in de lucht bevond en op weg was naar Washington, DC – zei Eberhart dat hij pas “recentelijk” had gehoord van dat onjuiste rapport. [30] Het komt ongeloofwaardig over dat het hoofd van NORAD niet wist welke jagers waren uitgestuurd tot ruim twee jaar na de aanvallen.
  • Eberhart was verantwoordelijk voor het instellen van het dreigingsniveau van INFOCON (Information Operations Condition), dat de communicatienetwerken van het Pentagon moet beschermen. Slechts twaalf uur voor de aanvallen werd INFOCON naar beneden bijgesteld tot het laagste niveau van bescherming. Het niveau werd pas opgeschaald na de tweede aanval op het WTC. [31] Eberhart had tevens de leiding over veel van de militaire oefeningen (“oorlogsspelen”) die op 11 september werden gehouden, zoals “Vigilant Guardian”, volgens welk scenario terroristen een vliegtuig hadden gekaapt om New York City aan te vallen. De oefening werd “sim over live” uitgevoerd, wat betekent dat gesimuleerde kapingen in het operationele radarsysteem werden ingevoerd. Het resultaat was dat personeel van NEADS een tijdlang niet zeker was of de radarsignalen echt of gesimuleerd waren.Volgens zijn eigen verklaring realiseerde Eberhart pas na de tweede aanval op het WTC, ofwel kort na 9 uur, dat er een “gecoördineerde terroristische aanval” bezig was. Eberhart was de eerst verantwoordelijke voor de bescherming van Canada en de Verenigde Staten tegen aanvallen, en toch liet hij de oefeningen voortduren tot na 10 uur ‘s ochtends. Radarpersoneel in Cheyenne Mountain vroeg NEADS bovendien “of ze die verdomde simulaties uit wilden zetten.” Volgens een interview van de Commissie 11 September met de Canadese Luitenant Generaal Rick Findley, hoofd krijgsstaf in het Cheyenne Mountain Operation Center op de ochtend van 11 september, ontstond er, na de tweede aanval, “verwarring over hoeveel en welke vliegtuigen waren gekaapt.” [32] Desalniettemin ging de simulatie door tot na de aanval op het Pentagon (om 9:37 uur). Toen hem door de Commissie 11 September werd gevraagd wat de invloed was van de militaire oefeningen zei Eberhart valselijk dat ze “daardoor hooguit 30 seconden waren verloren.” [33]
  • Onderzoeker en verslaggever Michael Kane van Global Free Press was aanwezig tijdens een hoorzitting van de Commissie 11 September. Hij berichtte: “Na de getuigenis onder ede van generaal Eberhart vroeg ik hem wie de leiding had over de coördinatie van de verschillende militaire oefeningen op 11 september. Zijn antwoord? ‘Geen commentaar.’” [34] Luitenant Kolonel Dawne Deskins van NEADS (North East Air Defense Sector) vertelde de Commissie echter: “Oefeningen die op het niveau van NORAD zijn gemaakt worden ontworpen tijdens planningsconferenties. Deze conferenties worden meestal gehouden op Peterson”, waar Eberhart de leiding had. [35]
Samenvatting en conclusie

Eberhart heeft een aantal verklaringen afgelegd die duidelijk onjuist waren en andere die op zijn minst ongeloofwaardig zijn, waaronder:

  • dat hij besloot dat het OK was om naar het Operatiecentrum te rijden omdat “het rustiger was geworden”;
  • dat de piloten de code voor kaping hadden gesquawkd;
  • dat hij tijdens de rit naar het Operatiecentrum zijn mobiele telefoon niet kon gebruiken;
  • dat de militaire oefeningen NEADS met niet meer dan 30 seconden had vertraagd;
  • dat hij pas onlangs had gehoord dat het uitsturen van jagers om 9:24 uur was gebaseerd op een onjuist rapport over American vlucht 11;
  • dat hij generaal Myers belde toen deze zich op Capitol Hill bevond;

Eberhart veroorzaakte tevens vertraging door zijn daden en het achterhouden van informatie:

  • door INFOCON neer te schalen tot het laagste niveau van bescherming;
  • door 45 minuten of meer te nemen om naar het Operatiecentrum te rijden met een telefoon die het naar verluidt niet deed (wat betekent dat Eberhart – net als Bush, Cheney, Rumsfeld, Myers, Shelton en Winfield – naar verluidt onbereikbaar was tijdens de aanvallen);
  • door de piloten van de jagers opdracht te geven zich “gevechtsklaar” te maken, wat inhield dat de piloten wachtten in hun toestellen met de motoren uit, zodat ze niet direct ingezet konden worden;
  • door de implementatie van SCATANA uit te stellen tot nadat de aanvallen voorbij waren;
  • door het organiseren van meerdere militaire oefeningen op 11 september, waarvan tenminste één “sim over live”, en daarna niet het bevel te geven de verwarrende simulaties van de radar te verwijderen tot na de aanval op het Pentagon;
  • en tot slot, door met de Commissie in te stemmen dat de tijdlijn uit 2001 onjuist was, impliceerde Eberhart dat het militaire apparaat (onder zijn leiding) een valse verklaring had afgelegd.

Om kort te gaan, Eberhart deed niets dat effectief was als antwoord op de kapingen van 11 september – ondanks zijn deelname aan de telefonische conferentie van het leger terwijl deze kapingen plaatsvonden – behalve het vertragen van een reactie.

Er is aanzienlijk bewijs dat Eberhart zijn plichten heeft verzaakt. [36] Er zou een onafhankelijk onderzoek moeten worden ingesteld om te zien of er tot een andere conclusie kan worden gekomen.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties voor Punt MC-9
Gerry J Gilmore, “Eberhart Tabbed to Head U. S. Northern Command [Eberhart in beeld voor leiding US North Command]”, American Forces Press Service, 8 mei 2002, het Northern Command (NORTHCOM) wordt beschouwd als “de belangrijkste organisatie voor de bescherming van het land”; “NORAD en USNORTHCOM eren helden van 11 september”, NORAD en USNORTHCOM Public Affairs, 15 oktober 2012.
Generaal Myers bevestigde dat, kort na het telefoontje van Eberhart, het Pentagon werd getroffen toen hij daar terug naar onderweg was. Bron: Panel I, dag II van de twaalfde publieke hoorzitting van de Nationale Commissie Terroristische Aanvallen op de Verenigde Staten. Voorgezeten door Thomas Kean, voorzitter, 17 juni 2004.
Richard Myers (met Malcolm McConnell), Eyes on the Horizon: Serving on the Front Lines of National Security (New York: Threshhold Editions, 2009, blz. 9.
Richard Myers, interview met Jim Miklaszewski, NBC News, 11 september 2002; Myers, Eyes on the Horizon, blz. 9.
Het Eindverslag Commissie 11 September, blz. 465; T R Reid, “Military to Idle NORAD Compound”, Washington Post, 29 juli 2006.
Bruce Finley, “Military to Put Cheyenne Mountain on Standby”, Denver Post, 27 juli 2006.
Eindverslag Commissie 11 september, blz. 42; Pam Zubeck, “Cheyenne Mountain’s Fate May Lie in Study Contents” (backup), The Gazette, 16 juni 2006 ; Lynn Spencer, Touching History: The Untold Story of the Drama That Unfolded in the Skies Over America on 9/11 (New York: Free Press, 2008), blz. 240.
William B. Scott, “Exercise Jump-Starts Response to Attacks”, Aviation Week & Space Technology, 3 Juni 2002; Commissie 11 September, twaalfde hoorzitting, 17 juni 2004; Spencer, Touching History, blz. 269.
Consensuspanel 11 September: Punt MC-6: De bezigheden van generaal Richard Myers tijdens de aanvallen op 11 september.
Consensuspanel 11 September: Punt Flt-1: Een bewering met betrekking tot gekaapte passagierstoestellen.
“Er werd nooit een reden gegeven (of gevraagd) waarom Eberhart niet rechtstreeks naar Cheyenne Mountain vloog, gebruik makend van de helihaven van luchtmachtbasis Peterson.” Kevin Ryan, “The Case Against Ralph Eberhart, NORAD’s 9/11 Commander”, 12 januari 2013.
Leslie Filson, Air War Over America: Sept. 11 Alters Face of Air Defense Mission (Tyndall Air Force Base: 1st Air Force, 2003), blz. 55; Lynn Spencer, Touching History, blz. 27.
NORAD, “NORAD’S Response Times, Sept. 11, 2001”, 18 september, 2001.
Het Eindverslag Commissie 11 September, blz. 18-30 (pdf: 35-37).
Ibid., blz. 34.
Transcriptie van hoorzitting voor de Commissie Strijdkrachten, Senaat van de Verenigde Staten, 25 oktober 2001.
FAA Communications with NORAD on September 11, 2001: FAA clarification Memo to 9/11 Independent Commission, May 22, 2003 [Communicaties FAA met NORAD op 11 september 2001: Verduidelijkende memo voor de Onafhankelijke Commissie 11 September, 22 mei 2003], uitgegeven door 911Truth.org, 12 augustus 2004.
Commissie 11 September, twaalfde hoorzitting, 17 juni 2004.
Het Eindverslag Commissie 11 September, blz. 26-27, 34; Memorandum voor het Archief: Interview met CINCNORAD (opperbevelhebber NORAD), generaal Edward “Ed” Eberhart, Commissie 11 September, 1 maart 2004.
Uitsnede Geschiedenis 1ste Jagersbrigade, juli t/m december 2001, blz. 61.
Planningsdocument Vigilant Guardian: “Echte wereld of oefening? Dacht het Amerikaanse leger dat de aanvallen van 11 september een oefening waren?” Shoestring 911, 22 maart 2012; “Haal die verdomde simulaties weg: Hoe de radarschermen van NORAD gedurende de aanvallen van 11 september valse sporen weergaven”, Shoestring 9/11, 12 augustus 2010; Commissie 11 September, twaalfde publieke hoorzitting, 17 juni 2004; Consensuspanel 11 September, Punt ME-2: De bewering dat militaire oefeningen de reactie op 11 september niet vertraagden.
Kane sprak Eberhart na de twaalfde publieke hoorzitting van de Commissie, 17 juni 2004. Bron: Don Jacobs, “The Military Drills on 9-11: ‘Bizarre Coincidence’ or Something Else? [De militaire oefeningen op 11 september: Bizar toeval of iets anders?]” In Paul Zarembka, The Hidden History of 9/11, Elsevier 2006, blz. 129.
Plichtsverzuim is een specifieke overtreding onder Code Title 10.892, artikel 92 van de Verenigde Staten en geldt voor alle onderdelen van de Amerikaanse strijdkrachten. Een dienstdoende die nalatig is heeft willens en wetens geweigerd om zijn plichten uit te voeren of heeft zichzelf in een zodanige positie gebracht dat hij niet in staat is zijn plichten te vervullen (zoals Eberhart met zijn lange autorit). Artikel 92 geldt voor dienstnemenden wier handelen of achterhouden van informatie de vorm aannemen van crimineel nalatig gedrag. (“Dereliction of Duty”, Wikipedia, bekeken augustus 2014.)

 

Punt MC-6: De bezigheden van Generaal Richard Myers
Punt MC-6: tijdens de aanvallen op 11 september

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Inleiding

Op 11 september 2001 werd Richard B Myers, vice voorzitter Verenigde Stafhoofden (JCS), waarnemend voorzitter omdat de voorzitter van de JCS, Generaal Hugh H Shelton, op weg was naar een vergadering van de NAVO in Boedapest. [1] Een verslag van Myers bezigheden op de ochtend van 11 september wordt gegeven in het Het Eindverslag Commissie 11 September en door Myers zelf. Maar een aantal onderdelen van dit verslag werpt vragen op.

De officiële lezing
Tijdens de aanvallen was Myers niet aanwezig in het Pentagon omdat hij zich in het Capitool bevond met Senator Max Cleland om te spreken over de aanstaande hoorzitting om Myers te benoemen tot de nieuwe voorzitter van de Verenigde Stafhoofden (JCS). [2] Senator Cleland heeft bevestigd dat deze vergadering op 11 september inderdaad heeft plaatsgevonden. [3]

Terwijl Myers in de wachtkamer van Cleland’s kantoor wachtte kreeg hij van een verslag op televisie de indruk dat het World Trade Center was geraakt door “een klein vliegtuig of zoiets,” dus gingen hij en Cleland in vergadering. [4] Spoedig daarna, toen Myers van een staflid had gehoord dat de tweede toren was geraakt, beëindigden ze hun vergadering. Bij terugkomst in de wachtkamer zagen ze op TV dat er vlammen uit het WTC sloegen. [5]

Kijkend naar de beelden op TV kreeg Myers een telefoontje op de mobiele telefoon van een medewerker van Generaal Ralph Eberhart, de Commandant van NORAD, die hem zei dat hij samenwerkte met de FAA om alle vliegtuigen aan de grond te krijgen. Daarna kreeg Myers een telefoontje van zijn uitvoerend assistent die hem vertelde dat er een grote kapingactie bezig leek te zijn, en raadde Myers aan “zo snel mogelijk terug te keren naar het Pentagon”. [6] “Terwijl we bij het Capitool wegreden,” [7] schreef Myers, “werd het Pentagon geraakt … nog voor we zelfs maar bij 14th Street Bridge waren.” [8]

Om 9:46 “berichtte de staf van NORAD dat ze nog steeds op zoek waren naar Minister Rumsfeld en vice voorzitter Myers”. “Kort voor 10 uur” was Generaal Myers terug bij het Nationaal Militair Commandocentrum (NMCC) waar hij zich bij de conferentie over de luchtdreiging voegde [9] – die zonder hem was begonnen om 9:37. [10]

Hieruit volgt dat Generaal Myers niet aanwezig was in het Pentagon tijdens de aanvallen op het WTC en het Pentagon. Met betrekking tot de kaping van United Vlucht 93 (waarvan de Commissie 11 September beweert dat deze neerstortte nabij Shanksville, PA) had Myers niet het bevel kunnen geven om de vlucht neer te schieten omdat, “tegen de tijd dat de militaire leiding hoorde van de vlucht, deze al was neergestort”. [11]

Het beste bewijs
Vragen over de juistheid van de verslagen zoals deze komen van het Het Eindverslag Commissie 11 September en van Myers zelf in 2004 en latere jaren worden opgeworpen door:

  • Tegenstellingen met de verslagen van Coördinator Contraterrorisme Richard Clarke, Staatssecretaris van Defensie Paul Wolfowitz, Marinekapitein Charles Joseph Leidig, Generaal Hugh Shelton en Legersecretaris Thomas White;
  • Onsamenhangendheden met versies die Myers in 2001 had gegeven;
  • Onwaarschijnlijkheden.

A. Tegenstellingen

  1. Het officiële verslag van de bezigheden van Generaal Myers tijdens de aanslagen zijn in tegenstelling tot het verslag dat wordt gegeven in het boek van Richard Clarke uit 2004, Against All Enemies (2004), [12] wat verscheen een aantal maanden voor het Het Eindverslag Commissie 11 September, waarin staat dat Myers op het moment van de aanslagen in het Pentagon was. In de beschrijving van het begin van de videoconferentie van het Witte Huis, waarvan zijn verslag zegt dat deze om ongeveer 9:13 [13] begon, schrijft hij:
    “Toen ik het Videocentrum binnenkwam … kon ik mensen overal in de stad zich studio’s binnen zien haasten: Donald Rumsfeld bij Defensie en George Tenet bij de CIA.”

    “Vier Sterrengeneraal Dick Myers nam waar voor Generaal Hugh Shelton, voorzitter van de Verenigde Stafhoofden, die op weg was naar Europa.” [14]

    Kort voor 9:28, berichtte Clarke, had hij dit onderonsje met Myers:

    [Clarke:] “JCS (Joint Chiefs of Staff), JCS. Ik neem aan dat NORAD jagers en AWACS omhoog heeft gestuurd. Hoeveel? En waar?”

    [Myers:] “Geen mooi plaatje, Dick … We zitten midden in Vigilant Warrior, een oefening van NORAD, maar … Otis heeft twee jagers naar New York gestuurd. Langley probeert er momenteel twee in de lucht te krijgen.” …

    [Clarke:] “OK, hoe lang tot CAP [15] boven D.C. is?” …

    [Myers:] “Zo snel als we kunnen. Vijftien minuten?” vroeg Myers, kijkend naar de generaals en kolonels om hem heen. Het was nu 9:28. [16]

    Dientengevolge werd het relaas van Clarke – welk niet wordt genoemd in noch het Het Eindverslag Commissie 11 September, noch in het boek van Myers uit 2009, Ogen op de Horizon – tegengesproken door het verslag van Myers en de Commissie 11 September.

  2. Het officiële verslag van Myers’ bezigheden wordt ook tegengesproken door verklaringen van Paul Wolfowitz, de Staatssecretaris van Defensie, in 2002, met betrekking tot twee punten:
    1. In een interview met Alfred Goldman [die later de eerste auteur zou worden van Pentagon 9/11, een belangrijke studie die in 2007 werd uitgegeven], [17] gaf Wolfowitz een versie die in tegenstrijd was met de bewering, gemaakt door Myers en de Commissie 11 september, dat Myers weg was bij het Pentagon tot zijn terugkeer “kort voor 10 uur”:
      • Wolfowitz verklaarde dat, na de aanval op het Pentagon, hij en anderen werd gezegd naar buiten te gaan, maar dat ze “binnen tien minuten” weer terug naar binnen mochten – wat betekent dat, als het Pentagon om 9:38 werd aangevallen, hij doelde op terug naar binnen gaan rond ruwweg 9:50.
      • Wolfowitz meldde: “We gingen het NMCC binnen, waar de Minister was, en Generaal Myers. Generaal Shelton was in Europa.”
      • Vervolgens zei Wolfowitz: “We spraken verder via een beveiligde videoconferentie. Eén kwestie was wat te doen met het vliegtuig boven Pennsylvania, orders te verkrijgen om gevechtvliegtuigen de lucht in te sturen om het onderscheppen, en voor de Minister om toestemming van de President te krijgen om het neer te schieten.” [18]

      Dit verslag van Wolfowitz spreekt daarom de beweringen tegen van de Commissie 11 September dat (a) Myers niet in het Pentagon was toen het werd aangevallen en (b) dat het militaire apparaat, onder de leiding van Generaal Myers, niet was geïnformeerd over de problemen met United 93 totdat deze was neergestort.

    2. In 2001 sprak Wolfowitz – evenals Myers zelf – de bewering tegen die later zou verschijnen in het Het Eindverslag Commissie 11 September rond Vlucht 93 – dat het militaire apparaat van niets wist tot het was neergestort.
      • In antwoord op een vraag tijdens Newshour with Jim Lehrer op PBS zei Wolfowitz: “We reageerden razendsnel … en feitelijk volgden we dat vliegtuig dat in Pennsylvania neerstortte al. Ik denk dat de heldhaftigheid van de passagiers aan boord het toestel neerhaalde. Maar de luchtmacht bevond zich in een positie om in te grijpen als dat nodig zou zijn.” [19]
      • Ook in 2001, tijdens de hoorzitting voor zijn benoeming, zei Myers: “Als ik het me goed herinner … hadden we jagers naar dat vliegtuig gestuurd dat uiteindelijk neerstortte in Pennsylvania … We hadden iemand in de buurt, zo staat het me bij.” [20]
    3. Eén van de beweringen door Myers en het Het Eindverslag Commissie 11 September dat in het interview met Wolfowitz werd tegengesproken – dat Myers tijdens de aanvallen niet in het Pentagon was – werd eveneens tegengesproken in een document van de Commissie 11 September getiteld Geheime Memo voor het Archief. [21] Dit document, gedateerd een jaar voor het Het Eindverslag Commissie 11 September, bericht over verklaringen uit 2003 van Marinekapitein Charles Joseph “Joe” Leidig, die twee maanden voor 11 september in dienst was getreden bij het NMCC als Afgevaardigde voor Operaties Commandocentrum. [22] Volgens dit document:
      • Zegt Leidig dat hij op de ochtend van 11 september dienst deed als Waarnemend Hoofd Operaties (DDO) voor Brigadier Generaal Montague Winfield, van 8:30 tot Winfield het van hem overnam, iets na 10 uur.
      • Tijdens een bespreking van Delta Vlucht 1989, die plaatsvond tussen 9:23 en 9:26, [23] was Leidig “er zeker van dat de vice voorzitter [van de Verenigde Stafhoofden] op dat moment in de ruimte aanwezig was. Hij [Leidig] herinnerde zich dat hij hem aankeek en zei dat er een aanbeveling was om de Searstoren in Chicago te ontruimen. Hij herinnerde zich dat Generaal Meyers [sic] dat een goed idee vond.” [24]

      Volgens dit memorandum onderschreef Kapitein Leidig dus het verslag van Wolfowitz dat Myers in het Pentagon was, niet ergens anders, kort voor de aanval op het Pentagon.

    4. De bewering door de Commissie 11 September en Myers dat hij niet in het NMCC was tot “kort voor 10 uur”, en dus niet aanwezig was meteen na de aanslag op het Pentagon, werd tegengesproken door de officier die hij die dag verving, Generaal Hugh Shelton:
      • In Shelton’s boek uit 2009, in een beschrijving van wat zich aan boord van het vliegtuig afspeelde dat hem naar Europa zou brengen – maar dat hij, na te hebben vernomen wat er bij het Pentagon was gebeurd, liet omkeren – schreef hij: “Ondertussen was Dick [Myers] aan de telefoon, en het eerste bericht was dat er op de parkeerplaats van het Pentagon net een handgranaat af was gegaan … Omdat het een beveiligde verbinding was kon hij me een compleet statusrapport geven vanuit het NMCC.” [25]
      • Zijn bespreking met Myers vervolgend voegde Shelton toe: “Je moet Ed Eberhart bellen … bij NORAD en hem laten weten dat we terugkomen met Speckled Trout, en dat ik het als een persoonlijke gunst zou beschouwen als hij erop toe ziet dat de voorzitter en zijn bemanning niet worden neergeschoten op de terugweg naar Andrew’s”. Myers antwoordde: “Komt voor elkaar.” [26]
    5. Legersecretaris Thomas White gaf aan dat Generaal Myers aanwezig was bij een ontbijtvergadering in het Pentagon van 8 uur tot 8:46, toen het eerste vliegtuig het World Trade Center raakte (niet in het kantoor van Senator Cleland in het Capitool). [27]
      • White vertelde Frontline: “Don Rumsfeld had een ontbijt met bijna alle senior officials van het Ministerie van Defensie – dienstchefs, secretaris, adjunct, iedereen, voorzitter van de Verenigde Stafhoofden. Tegen het einde van het ontbijt was het eerste vliegtuig ingeslagen in de toren van het WTC.” [28]
      • Met “voorzitter van de Verenigde Stafhoofden” moet White Myers hebben bedoeld, die binnenkort zou worden beëdigd als voorzitter, omdat vertrekkend voorzitter, Generaal Hugh Shelton, onderweg was naar Europa. [29]

B. Onsamenhangendheden.

  1. Het officiële verhaal over Myers, dat was gebaseerd op het Het Eindverslag Commissie 11 September en Myer’s verklaringen in 2004 en later, zijn in tegenspraak met beweringen die Myers deed in 2001:
    1. Officiële Lezing, 2004: Myers hoorde van de aanval op het Pentagon terwijl hij werd teruggereden naar het Pentagon. [30]
      13 september 2001: Myers hoorde van de aanval toen hij nog in het kantoor van Senator Cleland was. [31]
    2. Officiële Lezing, 2004: Terwijl Myers terug werd gereden naar het Pentagon werd hij gebeld door Generaal Eberhart. [32]
      Oktober 2001: Myers kreeg het telefoontje van Generaal Eberhart toen hij nog in het kantoor van Senator Cleland was. [33]
    3. Officiële Lezing, 2004: Het telefoontje van Eberhart kwam voordat het Pentagon werd aangevallen. [34]
      Oktober 2001: Het telefoontje van Eberhart kwam nadat het Pentagon was aangevallen. [35]
  2. Het verhaal van Senator Cleland bevat ook een aantal onsamenhangendheden:
    • Tijdens de benoemingshoorzitting in 2001 zei Cleland tegen Myers: “Het is maar goed dat onze vergadering hier [in het Capitool] plaatsvond en niet in het Pentagon, want op het moment dat we spraken, … op ongeveer hetzelfde moment werd het Pentagon geraakt.” [36]
    • In 2003 zei Cleland dat net nadat “Myers [zijn] kantoor uitstormde, op weg naar het Pentagon, … het Pentagon werd geraakt.” [37]

C. Onwaarschijnlijkheden.

  1. In een interview uit 2001 zei Myers dat, terwijl hij een ontmoeting had met Cleland in zijn kantoor, de tweede toren werd geraakt, maar dat “niemand ons daarvan op de hoogte bracht”. Het was pas nadat de vergadering was afgelopen en ze het kantoor verlieten, zo vertelde Myers, dat hij en Cleland beseften “dat de tweede toren was geraakt”. [38] Het was “op dat moment”, voegde Myers toe, “dat iemand zei dat het Pentagon was geraakt”. [39] – waarmee hij aangaf dat de vergadering tot ongeveer 9:37 had geduurd.
    • Maar het idee dat niemand – noch Cleland’s secretaris, noch iemand van het Pentagon of anderen van het militaire apparaat – hem (de Waarnemend Voorzitter van de Verenigde Stafhoofden) op de hoogte had gebracht, zodat hij niet wist van de tweede aanval tot vlak voordat het Pentagon werd geraakt, in onwaarschijnlijk.
    • Deze realisatie was waarschijnlijk de motivatie voor zijn latere versie, waarin een stafmedewerker van de receptie Myers en Cleland vertelde over de tweede aanval op het WTC net nadat het had plaatsgevonden. [40]
  2. In een toespraak in 2003 zei Senator Cleland: “Het eerste vliegtuig had het WTC al geraakt en Generaal Myers vloog uit zijn stoel. We renden naar een naastgelegen kantoor waar we zagen hoe een tweede vliegtuig zich in de andere toren boorde. Generaal Myers haastte zich mijn kantoor uit, op weg naar het Pentagon. Op dat moment werd het Pentagon geraakt.” [41]
    • Er was een tijdspanne van 30 minuten tussen de twee aanvallen.
    • Het relaas van Cleland is onwaarschijnlijk omdat het suggereert dat er op zijn hoogst 10 minuten zaten tussen de twee aanvallen.
Conclusie

In het licht van de bovenstaande problemen –

  • de tegenstellingen in de verslagen uit 2004 van Myers en de Commissie 11 September aan de ene kant, en de versies van Richard Clarke, Paul Wolfowitz, Kapitein Leidig, Generaal Shelton, Thomas White en zelfs die van Myers zelf uit 2001 aan de andere kant;
  • de onsamenhangendheden tussen de eerdere en latere verhalen van Myers;
  • en de onwaarschijnlijkheden in de verslagen van Myers en Cleland –

suggereert het bewijs dat het officiële verslag met betrekking tot Myers – volgens welke hij niet aanwezig was in het Pentagon tijdens de aanvallen en niet betrokken kon zijn bij het besluit om United 93 neer te halen – onjuist is en nader onderzocht dient te worden.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties voor Punt MC-6
Generaal Hugh Shelton, Ronald Levinson en Malcolm McConnel, “Without Hesitation: The Odyssey of an American Warrior [Zonder Aarzeling: Odyssee van een Amerikaanse Krijger]” (New York, St. Martin’s Press, 2010), blz. 430, 433.
Richard B Myers, “Eyes on the Horizon: Serving on the Front Lines of National Security [Ogen op de Horizon: Dienst aan de Frontlinies van Nationale Veiligheid]” (New York: Threshold Editions, 2009), blz. 7. Zie ook: Interview: Generaal Richard B Myers, Armed Forces Radio and Television Services, 17 oktober 2001, en het Het Eindverslag Commissie 11 September, blz. 463 voetnoot 199, citerend uit een interview van 17 februari 2004.
Senator Max Cleland zei: “Het is maar goed dat … onze vergadering … hier [in het Capitool] plaatsvond en niet in het Pentagon.” Geciteerd uit Benoemingshoorzitting Generaal Myers, 13 september 2001.
Myers, Eyes on the Horizon [Ogen op de Horizon], blz. 8.
Ibid., blz. 9.
Ibid., blz. 9.
Jim Garamone, Voormalig Voorzitter Denkt Terug Aan Aanvallen 11 September, American Forces Press Service, 8 september 2006.
Ibid., blz. 37. Om 9:29 in de ochtend was er een conferentie over een “belangrijke gebeurtenis” begonnen maar werd om 9:34 afgelast, en “ging verder om 9:37 als een videoconferentie over een luchtdreiging”. (Het Eindverslag Commissie 11 September voegde toe: “Alle gegeven tijden zijn bij benadering. Wij, en het Ministerie van Defensie, menen dat deze accuraat zijn met een foutmarge van ± 1 minuut.” [Ibid.]).
Ibid., blz. 34.
Richard B Clarke, Tegen Alle Vijanden: Amerika’s Oorlog Tegen het Terrorisme Van Binnenuit (New York: Free Press, 2004), dat uitkwam en een bestseller werd op het moment dat de Commissie 11 September bezig was met openbare hoorzittingen.
Clarke berichtte dat hij een korte ontmoeting had met Dick Cheney en Condoleezza Rice, die begon na zijn aankomst op het Witte Huis, kort na 9:03. De begintijd van ongeveer 9:10 wordt verder ondersteund door de verklaring van Clarke dat de conferentie al een aantal minuten bezig was toen Norman Mineta aankwam, gecombineerd met de verklaring van Mineta, dat hij, na zijn aankomst, “vier of vijf minuten” sprak met Clarke voordat hij zich naar het Presidentieel Centrum Noodoperaties (PEOC) begaf, waar hij “om ongeveer 9:20” arriveerde. Hoorzitting Commissie 11 September, 23 mei 2003.
Ibid., blz. 3.
“CAP” is de Combat Air Patrol.
Clarke, blz. 5.
Alfred Goldberg en anderen, Pentagon 9/11, Serie Defensiestudies (Geschiedkundig Bureau van de Minister van Defensie: Washington, D.C., 2007).
Pentagon Attack: Interview with Paul Wolfowitz [Aanval op het Pentagon: Interview met Paul Wolfowitz] (backup), door Alfred Goldberg en Rebecca Cameron, 19 april 2002.
Een transcriptie van de FAA laat zien dat vlucht Delta 1989 werd gemeld als gekaapt om 9:23 maar dat om 9:26 werd gemeld dat er niets aan de hand was.
Generaal Hugh Shelton en anderen, Zonder Aarzeling, blz. 432-433. Net voor deze verklaring schreef Shelton: “Tot ik terug was in het luchtruim van de Verenigde Staten zouden alle beslissingen neerkomen op Dick … ” (Ibid., blz. 432). In deze bladzijden is er geen aanwijzing dat Myers niet in het Pentagon was.
Ibid., blz. 433.
Deze ontmoeting werd vermeld in Robert Burns’ Aanval op Pentagon Kwam Minuten Na Voorspelling Rumsfeld: “Er Zal Nog Meer Gebeuren”, Associated Press, 12 september 2001.
Rumsfeld’s Oorlog, in Frontline, PBS, 26 oktober 2004.
Zie Consensus Punt MC-7: “Het Tijdstip van Terugkeer van Generaal Shelton op zijn Commandopost”.
In juni 2004 zei Myers dat hij hoorde dat het Pentagon was geraakt op zijn “terugweg naar het Pentagon”, Hoorzitting Commissie 11 September, 17 juni 2004. In zijn boek uit 2009 zegt hij ook dat hem werd verteld “dat het Pentagon zojuist is geraakt” toen “wegscheurde bij het Capitool”. (Eyes on the Horizon [Ogen op de Horizon], blz. 9).
Tijden de hoorzitting voor zijn benoeming zei Myers: “Ik was bij Senator Cleland toen deze [aanval op het Pentagon] plaatsvond” (Hoorzitting Benoeming Generaal Myers). Tijdens een interview op 17 oktober 2001 zei Myers dat, toen hij en Cleland uit zijn kantoor kwamen, het “duidelijk was” dat de tweede toren was geraakt. “Toen, op dat moment, zei iemand dat het Pentagon was geraakt” (Interview: Generaal Richard B Myers, Armed Forces Radio and Television Services, 17 oktober 2001).
“Ik werd naar buiten geroepen door Generaal Eberhart … en mijn uitvoerend assistent”, schreef Myers. Hij ging meteen naar zijn auto en spoedde zich terug naar het Pentagon. “Voor we zelfs maar bij 14th Street Bridge waren werd het Pentagon geraakt”, zei hij. “Het beeld aan de overkant van de brug was het Pentagon dat zwarte rook uitbraakte.” Jim Garamone, Voormalig Voorzitter Denkt Terug Aan Aanvallen 11 September, American Forces Press Service, 8 september 2006. In zijn boek uit 2009 zegt Myers ook dat het telefoontje van Eberhart kwam voor hij wist dat het Pentagon was geraakt (Eyes on the Horizon [Ogen op de Horizon], blz. 9).
In 2001 zei Myers: “Ergens tijdens die vergadering werd de tweede toren geraakt. Niemand bracht ons daarvan op de hoogte. Maar toen we uit het kantoor kwamen was het duidelijk. Precies op dat moment zei iemand dat het Pentagon was geraakt … Iemand gaf me een mobiele telefoon, en het was Generaal Eberhart vanuit NORAD in Colorado Springs”, Armed Forces Radio and Television Service Interview, Generaal Richard B Myers, 17 oktober 2001.
“Ik werd naar buiten geroepen door Generaal Eberhart … en mijn uitvoerend assistent”, schreef Myers. Hij ging meteen naar zijn auto en spoedde zich terug naar het Pentagon. “Voor we zelfs maar bij 14th Street Bridge waren werd het Pentagon geraakt”, zei hij. “Het beeld aan de overkant van de brug was het Pentagon dat zwarte rook uitbraakte.” Jim Garamone, Voormalig Voorzitter Denkt Terug Aan Aanvallen 11 September, American Forces Press Service, 8 september 2006. In zijn boek uit 2009 zegt Myers ook dat het telefoontje van Eberhart kwam voor hij wist dat het Pentagon was geraakt (Eyes on the Horizon [Ogen op de Horizon], blz. 9).
“Ergens tijdens die vergadering werd de tweede toren geraakt. Niemand bracht ons daarvan op de hoogte. Maar toen we uit het kantoor kwamen was het duidelijk. Precies op dat moment zei iemand dat het Pentagon was geraakt … Iemand gaf me een mobiele telefoon, en het was Generaal Eberhart”, Interview, Generaal Richard B Myers.
Tom Baxter en Jim Galloway, “Max returns, with fire in his eyes [Max Keert Terug, Met Vuur in zijn Ogen]”, in Atlanta Journal-Constitution, 16 juni 2003. Deze toespraak is ook beschikbaar als Max Cleland Speech, St. Marks Episcopal Church, Raleigh, NC. Hoewel in dit document de naam van Myers wordt gespeld als “Meyers” lijkt het dat het een waarheidsgetrouwe weergave is van de toespraak van Cleland.
Interview: Generaal Richard B Myers, Armed Forces Radio and Television Service, 17 oktober 2001.
Ibid.
In zijn boek uit 2009 zei Myers: “Hij [Cleland] was bezig thee te zetten, maar we hadden nog geen slokje genomen toen een stafmedewerker binnenkwam vanuit de receptie en ons meldde dat de tweede toren was geraakt. We wisten allebei dat de vergadering ten einde was” (Myers, Eyes on the Horizon [Ogen op de Horizon], blz. 8).
Baxter en Galloway, Max returns.

 

Punt MC-5: Het gedrag van Minister van Defensie Rumsfeld
Punt MC-5: tussen 9:00 en 10:00 uur

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Inleiding

Er zijn vragen gerezen of Minister van Defensie Donald Rumsfeld verantwoordelijkheid droeg voor één of meerdere van de aanslagen op 11 september, en of hij gedeeltelijk verantwoordelijk is voor de crash van United Airlines Vlucht 93, waarvan de Commissie 11 September beweert dat deze plaatsvond nabij Shanksville, Pennsylvania.

De officiële lezing

De bezigheden van Minister Rumsfeld op de ochtend van 11 september tonen aan dat hij niet verantwoordelijk had kunnen zijn voor enige van de aanvallen, zelfs niet in de zin dat hij in staat zou zijn geweest om deze te voorkomen, noch dat hij iets te maken had met het neerstorten van United 93.

  • Op de ochtend van 11 september hield Minister Rumsfeld een ontbijtvergadering met leden van het Congres in het Pentagon, welke duurde tot ongeveer 9 uur. [1] Toen de vergadering eindigde hoorden ze dat “het eerste vliegtuig de toren van het World Trade Center had geraakt.” [2] De autoriteiten meenden dat dit het gevolg was van een fout van de piloot. [3]
  • “Hij [Rumsfeld] keerde terug naar zijn kantoor voor zijn dagelijkse inlichtingenbriefing.” Nadat hij was “geïnformeerd over de tweede aanval in New York, … ging hij verder met de briefing terwijl hij wachtte op meer informatie.” Nadat het Pentagon was geraakt ging Minister Rumsfeld naar de parkeerplaats om te helpen bij het reddingswerk. [4]
  • “Minister Rumsfeld was niet in het NMCC [Nationaal Militair Commandocentrum] aanwezig toen het eerste bevel tot neerschieten werd uitgevaardigd. Hij ging van de parkeerplaats naar zijn kantoor waar hij met de President sprak [kort na 10 uur], toen naar het Executive Support Center waar hij deelnam aan een videoconferentie met het Witte Huis. Kort voor 10:30 verplaatste hij zich naar het NMCC om zich bij vice voorzitter Myers te voegen.” [5]

Zoals deze opsomming laat zien was Rumsfeld in vergadering op het moment dat de aanvallen op het World Trade Center en het Pentagon plaatsvonden.

In het bijzonder met betrekking tot het Pentagon “ontving het militaire apparaat,” zo merkte de Commissie 11 September op, “nooit een bericht dat American 77 was gekaapt.” [6]

  • Mogelijk hoorden de militairen dat American 77 (die, volgens de Commissie 11 September, in het Pentagon vloog) zich in moeilijkheden bevond, mogelijk was gekaapt, als iemand van degenen die zich met de crisis bezighielden deel had genomen aan de videoconferentie met het Witte Huis, die werd gehouden vanuit de Situation Room onder de leiding van hoofd contraterrorisme Richard Clarke. De Commissie 11 September berichtte echter: “We weten niet wie van Defensie aanwezig was, maar we weten wel dat in het eerste uur niemand aanwezig was die was betrokken bij het managen van de crisis.” [7]
  • Zoals de samenvatting laat zien was in het bijzonder Rumsfeld niet aanwezig bij de videoconferentie van Clarke tot een paar minuten over 10.

Bovendien had Rumsfeld niets te maken kunnen hebben gehad met het neerstorten van United 93, welke plaatsvond om 10:03, en wel om twee redenen:

  • Rumsfeld, zoals de samenvatting laat zien, arriveerde niet bij het NMCC tot 10:30.
  • “Tegen de tijd dat de militairen hoorden [van de kaping van United 93], was deze al neergestort.” [8]
Het beste bewijs

Beweringen over Rumsfeld in het Het Eindverslag Commissie 11 September, die een afspiegeling zijn van Rumsfeld’s eigen beweringen, zijn door een aantal gezaghebbende bronnen tegengesproken.

  1. Richard Clarke, de Nationaal Coördinator Contraterrorisme, schreef een bestseller, Against All Enemies, [9] die in maart 2004 verscheen, een aantal maanden voor het Het Eindverslag Commissie 11 September. Het boek van Clarke spreekt beweringen in het Eindverslag omtrent de activiteiten van Rumsfeld op 11 september, tussen 9 en 10 uur, tegen.
    • Over zijn videoconferentie, die rond 9:10 begon, [10] schreef hij: “Toen ik het Videocentrum binnenkwam … kon ik mensen overal in de stad zich studio’s binnen zien haasten: Donald Rumsfeld bij Defensie en George Tenet bij de CIA.” [11] Waar dus Rumsfeld en de Commissie zeggen dat Rumsfeld van zijn ontbijtvergadering naar zijn kantoor ging voor de briefing met de CIA waar hij bleef tot de aanval op het Pentagon, zei Clarke dat, even na de tweede aanval op het WTC, Rumsfeld zich begaf naar de videoconferentiestudio van het Pentagon.
    • Clarke gaf bovendien aan dat Rumsfeld verder ging met zijn deelname aan de videoconferentie: Na de aanval op het Pentagon kon Clarke “Rumsfeld nog steeds op het scherm zien.” [12] Even later, zo schreef Clarke, “kwam er rook binnen in de beveiligde videoruimte van het Pentagon,” en “Franklin Miller spoorde hem [Rumsfeld] aan om per helikopter naar de alternatieve locatie van het MvD te gaan,” maar Rumsfeld antwoordde: “Ik ben verdomme te oud om naar de andere locatie te gaan.” Dus “verhuisde Rumsfeld naar een andere studio binnen het Pentagon.” [13]

    Clarke’s versie over de locatie van Rumsfeld tussen 9:10 en 9:45 lijkt meer geloofwaardig dan de versie van Rumsfeld en de Commissie 11 September omdat: Clarke’s versie, indien gelogen, als zodanig zou zijn ontmaskerd door de opname van de videoconferentie.

    • Het niet geloofwaardig is dat, na op de hoogte te zijn gebracht van een tweede aanval op het World Trade Center, de Minister van Defensie verder zou zijn gegaan met zijn briefing door de CIA.
    • Het niet geloofwaardig is dat, als de Commissie 11 September Clarke’s versie betreffende Rumsfeld tegen had kunnen spreken, ze dit niet zou hebben gedaan. In plaats daarvan hebben ze het gewoonweg niet vermeld. [14]
  2. Robert Andrews, Eerste Plaatsvervangende adjunct-secretaris van Defensie voor Bijzondere Operaties en Lage Intensiteit Conflicten, gaf in 2007 een lezing die de versie Rumsfeld-Commissie omtrent Rumsfeld’s bewegingen tegenspraken: [15]
    • In de wetenschap dat Rumsfeld zich had begeven naar het Executive Support Center (ESC) om Clarke’s videoconferentie bij te wonen, rende hij, zo verklaarde Andrews, naar het Centrum Contraterrorisme (CTC) om de spullen te halen die Rumsfeld nodig zou hebben. [16]
    • Toen, nadat hij een explosie had gehoord en gevoeld, spoedde Andrews zich terug naar het ESC, waar hij dienst deed als Rumsfeld’s adviseur tijdens de videoconferentie. “Ik was daar, in het Support Center, met de Minister terwijl hij met Clarke sprak tijden de videoconferentie van het Witte Huis, en met de President,” zei Andrews. [17]
  3. Een derde gezaghebbende bron die de officiële versie over Rumsfeld’s bezigheden tegenspreekt was Paul Wolfowitz, de Staatssecretaris van Defensie, in een interview uit april 2002 met militair historicus Dr. Alfred Goldberg, [18] die later de eerste auteur zou zijn van Pentagon 9/11. [19] Wolfowitz gaf een verklaring die niet overeenstemde met de bewering van de Commissie 11 September dat Rumsfeld zich pas naar het NMCC begaf na het neerstorten van United 93:
    • Wolfowitz verklaarde dat, na de aanval op het Pentagon, hem en anderen werd gezegd het gebouw te verlaten, maar dat ze “binnen tien minuten” weer naar binnen mochten – wat betekent dat, als het Pentagon om 9:38 werd aangevallen, ze rond 9:50 weer naar binnen mochten.
    • Wolfowitz verklaarde: “We gingen naar het NMCC, waar de Minister was, en Generaal Myers. Generaal Shelton was in Europa.”
    • Vervolgens zei hij: “We spraken verder via een beveiligde videoconferentie. Eén kwestie was wat te doen met het vliegtuig boven Pennsylvania, orders te verkrijgen om gevechtvliegtuigen de lucht in te sturen om het onderscheppen, en voor de Minister om toestemming van de President te krijgen om het neer te schieten.” [20]

Dit verslag van Wolfowitz spreekt twee centrale elementen in het verslag rond Rumsfeld’s locatie in het Het Eindverslag Commissie 11 September tegen:

  • Terwijl de Commissie 11 September beweert dat Rumsfeld niet eerder dan 10:30 het NMCC binnenging verklaarde Wolfowitz dat hij voor 10 uur met Rumsfeld sprak.
  • Terwijl de Commissie beweert dat het militaire apparaat niet van de problemen met Vlucht 93 op de hoogte was tot na het neerstorten, verklaarde Wolfowitz dat hij en Rumsfeld, samen met Generaal Myers, bespraken “wat te doen met het vliegtuig boven Pennsylvania.”
Conclusie

De Commissie 11 September vrijwaarde Donald Rumsfeld van enige verantwoordelijkheid voor wat er na 9:03 die morgen gebeurde door te beweren dat, in het eerste uur van de videoconferentie vanuit het Witte Huis, “niemand van het defensiepersoneel, betrokken bij het managen van de crisis, aan de conferentie deelnam.” [21] Verslagen van zowel Richard Clarke als Robert Andrews tonen echter aan dat Rumsfeld deelnam aan de videoconferentie in dat eerste, cruciale uur.

De Commissie 11 September vrijwaarde Rumsfeld tevens van betrokkenheid bij het neerstorten van UA 93 door te beweren dat het militaire apparaat niet wist van Vlucht 93 tot na het neerstorten, en dat Rumsfeld voor 10:30 niet aanwezig was. Paul Wolfowitz gaf echter aan dat hij met Rumsfeld en Myers voor 10 uur sprak over wat te doen met UA 93.

De getuigenissen van Richard Clarke, Robert Andrews en Paul Wolfowitz verschaffen krachtig bewijs dat de Commissie 11 September onjuiste beweringen deed met betrekking tot het gedrag van Rumsfeld. Daarom is verder onderzoek naar Rumsfeld’s werkelijke bewegingen nodig.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties voor Punt MC-5
Donna Miles: Vice Voorzitter: 11 September Onderstreept Belang Transformatie MvD, in American Forces Press Service, 8 september 2006.
Rumsfeld’s Oorlog, in Frontline, PBS, 26 oktober 2004.
The 9/11 Commission Report: Final Report of the National Commission on Terrorist Attacks Upon the United States, Authorized Edition (Het Eindverslag Commissie 11 September: Definitief Rapport van de Nationale Commissie Terroristische Aanslagen op de Verenigde Staten, geautoriseerde uitgave) (New York: WW Norton, 2004, blz. 35; The 9/11 Commission Report, (pdf), pdf-blz. 52.
Ibid., blz. 37.
Het Eindverslag Commissie 11 September, blz. 43-44. De verklaring van de Commissie komt overeen met de eigen verklaring van Rumsfeld waarin hij zegt: “Ik was in mijn kantoor met iemand van de CIA en mij werd verteld dat een tweede vliegtuig de andere toren had geraakt. Kort daarna, om 9:38, schudde het Pentagon door een explosie met op dat moment onbekende oorzaak. Ik ging naar buiten om te kijken wat er was gebeurd. Ik bleef daar niet lang want ik was terug in het Pentagon met een crisisteam kort voor of na 10 uur. Toen ik terugkwam van de rampplek, en voordat ik naar het Executive Support Center ging, voerde ik één of enkele telefoongesprekken, één ervan met de President. Ik ging naar het Nationaal Militair Commandocentrum waar Generaal Myers … net was teruggekeerd van het Capitool … Ik sloot me aan bij de videoconferentie over de luchtdreiging die al gaande was.” (Hoorzitting Commissie 11 September, 23 maart 2004)
Ibid., blz. 36. De Commissie voegde toe: “En niets van de informatie zoals besproken tijdens de videoconferentie, in ieder geval tijdens het eerste uur, werd doorgegeven aan het NMCC [Nationaal Militair Commandocentrum].”
Ibid., blz. 34.
Richard A Clarke, Against All Enemies: Inside America’s War on Terror [Tegen alle vijanden: Amerika’s Oorlog Tegen het Terrorisme Van Binnenuit] (New York: Free Press, 2004). MSNBC zei: “Het uitgeverijfenomeen van het jaar … Verkoopcijfers boek voormalig terrorismeadviseur rijzen de pan uit.”
Clarke meldde dat, kort nadat hij bij het Witte Huis aankwam na 9:03 (toen het tweede gebouw van het World Trade Center werd geraakt), hij zijn videoconferentie begon na een kort onderhoud met Dick Cheney en Condoleezza Rice (Clarke, Against All Enemies, blz. 1-3) Clarke gaf aan dat, een paar minuten na het begin van de conferentie, Minister voor Transport Norman Mineta arriveerde, en Clarke “stelde voor dat hij zich bij de vice president zou voegen [die naar het PEOC was gegaan]” (Ibid., blz. 5). Mineta vertelde de Commissie dat hij “rond 9:20 in het PEOC aankwam” (Hoorzitting Commissie 11 September, 23 mei 2003). Clarke’s verslag komt overeen met dat van Mineta; zie Verklaring van Minister van Transport Norman Y Mineta voor de Nationale Commissie Terroristische Aanslagen op de Verenigde Staten, 23 mei 2003. Er zijn maar een paar minuten nodig om van het PEOC naar de Situation Room te komen. Als het dus klopt dat Mineta om 9:20 aankwam in het PEOC dan moet hij om ruwweg 9:15 naar beneden zijn gegaan. En als dat klopt dan moet de videoconferentie rond 9:10 zijn begonnen.
Clarke, Against All Enemies, blz, 3.
Ibid., blz. 7.
Ibid., blz. 8-9.
Het feit dat de Commissie 11 September geen melding maakt van Richard Clarke’s behandeling van Rumsfeld betekent niet dat deze behandeling geen invloed had op hoe de Commissie naar Rumsfeld’s versie keek. Volgens vroege discussies (2001 en 2002) over de bewegingen van Rumsfeld en zijn assistent Torie Clarke (geen familie van Richard Clarke) ging Rumsfeld, na zijn bezoek aan de plek van neerstorten, rechtstreeks van zijn kantoor naar het NMCC; het ESC werd niet genoemd (“Interview secretarieel assistent Clarke met WBZ Boston”; Interview Minister Rumsfeld met John McWethy, ABC, Amerikaans Ministerie van Defensie, 12 augustus 2002). Maar het boek van Clarke verscheen op 10 maart 2004, twee weken voor de getuigenis van Rumsfeld voor de Commissie 11 September, op 23 maart. Tijdens dit verhoor paste Rumsfeld zijn verhaal aan en zei: “Toen ik terugkwam van de rampplek, en voor ik naar het ESC ging pleegde ik één of een aantal telefoontjes … Ik ging naar het Nationaal Militair Commandocentrum … ” (Hoorzitting Commissie 11 September, 23 maart 2004). Deze aanpassing gaf de Commissie 11 September de gelegenheid de tegenstelling tussen hun versie en die van Clarke te verzachten: De Commissie schreef dat Rumsfeld “van de parkeerplaats naar zijn kantoor ging … , toen naar het Executive Support Office, waar hij deelnam aan de videoconferentie van het Witte Huis. Kort voor 10:30 begaf hij zich naar het NMCC” (Het Eindverslag Commissie 11 September, blz. 43).
Zoals blijkt uit zijn biografische verklaring, Robert Andrews, Consultant, heeft Andrews de Prijs voor Buitengewone Publieke Dienst van het Ministerie van Defensie gewonnen (2007), en de medaille voor Onderscheidende Burgerlijke Dienst aan het Leger van de Verenigde Staten (2009).
“Het moment dat ik ‘live’ het tweede vliegtuig zag inslaan,” zei Andrews, “wist ik dat Minister Rumsfeld de meest actuele informatie nodig had, en ik rende naar ons centrum voor contraterrorisme (CTC) om kaarten van New York en andere gegevens op te halen om naar hem toe te brengen in het Executive Support Center (ESC).” Geciteerd uit Barbara Honegger’s interview, Special Operations Policy Expert and Veteran Robert Andrews Gives Distinguished Visiting Guest Lectures at NPS [Expert Beleid Bijzondere Operaties en Veteraan Robert Andrews Geeft Onderscheiden Bezoekende Gastcollege bij NPS], 4 September 2004. Honegger kon dit interview niet publiceren (het is eigendom van de Naval Postgraduate School, haar voormalige werkgever), maar op verzoek zal ze het verschaffen.
Honegger, Expert Beleid Bijzondere Operaties. Andrews zei vervolgens dat Rumsfeld in het ESC was toen hij met de President sprak, niet – zoals de Commissie 11 September zegt – in zijn kantoor.
Aanval op het Pentagon: Interview met Paul Wolfowitz (backup), door Alfred Goldberg en Rebecca Cameron, 19 april 2002.
Alfred Goldberg en anderen, Pentagon 11 September, Serie Defensiestudies (Geschiedkundig Kantoor van de Minister van Defensie: Washington, D.C., 2007).

 

Punt MC-4: Wanneer gaf Cheney goedkeuring om passagiersvliegtuigen
Punt MC-4: neer te schieten?

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Inleiding

Op 11 september, om 9:26 ’s ochtends, kondigde de regering Bush-Cheney een nationaal opstijgverbod af, wat inhield dat burgerluchtvaarttoestellen niet meer mochten vertrekken; en om 9:45 werden alle nog in de lucht zijnde toestellen bevolen om te landen. [1] Deze bevelen verschaften het kader voor de mogelijkheid voor een bevel om passagierstoestellen die deze order negeerden neer te schieten. Er bestaat een controverse of Vlucht United 93 (die, zo beweert de Commissie 11 September, neerstortte in Shanksville, Pennsylvania) is neergeschoten.

De officiële lezing
Vice President Cheney arriveerde “kort voor 10 uur” [2] in het Presidential Emergency Operations Center. Om 10:02 “begon hij rapporten te ontvangen van de Geheime Dienst over een aankomend vliegtuig – waarschijnlijk gekaapt – in de richting van Washington.” [3] Hoewel het hier vlucht United 93 betrof, zo zegt de Commissie, was dat op dat moment niet bekend omdat het militaire apparaat pas over de kaping van deze vlucht hoorde nadat het toestel was neergestort. [4]

Via een militair medewerker gaf Cheney de toestemming om burgertoestellen neer te schieten “ergens tussen 10:10 en 10:15,” en nogmaals “waarschijnlijk tussen 10:12 en 10:18,” en verkreeg om 10:20 de bevestiging van President Bush. [5] Meldend dat Richard Clarke “de President had gevraagd om toestemming voor het neerschieten van toestellen” schreef de Commissie 11 September: “Bevestiging van die toestemming kwam om 10:25.” [6]

Toestemming voor het neerschieten kwam daarom veel te laat om het lot van Vlucht United 93, die om 10:03 neerstortte, te beïnvloeden. [7]

Het beste bewijs
Er bestaat nogal wat bewijs dat de toestemming om neer te schieten niet kwam na 10:10, maar dichter bij 9:50, vroeg genoeg dus voor de luchtmacht om Vlucht United 93 neer te hebben kunnen schieten:

  1. Het meest volledige bewijs verscheen in het boek van coördinator contraterrorisme Richard Clarke uit 2004, Against All Enemies. [8]
    • Net voor de aanval op het Pentagon, zo schreef Clarke, vertelde hij Majoor Michael Fenzel, zijn contactpersoon naar Cheney, dat hij toestemming wilde “voor de Luchtmacht om elk toestel neer te schieten – inclusief een gekaapt passagiersvliegtuig – waarvan het lijkt dat het met een aanval dreigt en mogelijk veel slachtoffers op de grond zou maken.” [9]
    • Fenzel belde nogal snel terug. (Clarke zei: “Ik stond versteld van snelheid waarmee de beslissing van Cheney en, via hem, van Bush kwam.”) Het telefoontje van Fenzel kwam na de aanval op het Pentagon, maar voor het vertrek van Air Force One vanuit Florida, wat betekent tussen 9:38 en 9:55. [10]
    • Fenzel zei: “Zeg tegen het Pentagon dat ze toestemming hebben van de President om vijandige toestellen neer te schieten, ik herhaal, ze hebben toestemming om vijandige toestellen neer te schieten.” Clarke meldt dat hij toen zei: “DOD (Ministerie van Defensie), DOD … De President heeft bevolen geweld te gebruiken tegen toestellen die vijandig worden geacht.” [11]
  2. Een artikel in U. S. News and World Report uit 2003, dat “President Bush’ ongekende bevel om elk gekaapt burgertoestel uit de lucht te schieten” bespreekt, stelt: “Bronnen binnen het Pentagon zeggen dat Bush dit bevel aan Cheney gaf bijna direct nadat Vlucht 77 het Pentagon had geraakt en de FAA, voor de eerste keer ooit, alle binnenlandse vluchten beval te landen.” [12] Dit bericht, versterkt door de vorige en volgende punten, plaatst de toestemming om neer te schieten kort na 9:45.
  3. Barbara Starr, CNN verslaggever bij het Pentagon, zei in 2002 in een televisieprogramma over de gebeurtenissen van 11 september: “Het is nu 9:40 en we hebben daarbuiten een groot probleem: United Airlines Vlucht 93 heeft zijn transponder uitgeschakeld. Officials geloven dat het op weg is naar Washington D.C. … Via een beveiligde telefoonlijn meldt Vice President Cheney dat de luchtmacht toestemming heeft om elk toestel dat Washington bedreigd neer te schieten.” [13]
  4. In 2002 en 2003 verklaarden een aantal militaire leiders dat ze de toestemming tot neerschieten hadden ontvangen terwijl Vlucht 93 nog in de lucht was.
    • Kolonel Robert Marr, hoofd van NEADS, zei: “We ontvingen goedkeuring om, indien nodig, dodelijk geweld te gebruiken.” [14]
    • Generaal Larry Arnold, Commandant van NORAD voor het Amerikaanse vasteland, zei: “Ik was vastbesloten om Vlucht 93 neer te schieten als het zijn weg naar Washington bleef vervolgen.” [15]
    • Brigadier Generaal Montague Winfield, adjunct directeur van het Nationaal Militaire Commandocentrum in het Pentagon, zei naar verluidt: “De beslissing was genomen om te proberen Vlucht 93 te onderscheppen … De Vice President zei dat de President ons toestemming had gegeven om onschuldige burgertoestellen neer te schieten als deze Washington D.C. bedreigden.” [16]

Ondanks al dit bewijs verklaarde het Eindverslag Commissie 11 September, uitgegeven in juli 2004: “Tegen de tijd dat het militaire apparaat over Vlucht 93 hoorde, was deze al neergestort.” [17] Op basis van deze bewering verklaarde de Commissie 11 September dat de hierboven aangehaalde beweringen van Marr, Arnold en Winfield “onjuist” waren. [18]

Echter, naast dat ze deze beweringen tegenspreken, is de bewering van de Commissie 11 September ook in tegenspraak met een memo van de FAA aan de Commissie, gedateerd op 23 mei 2003.

  • Deze memo zegt dat in een teleconferentie met het leger, die was begonnen “minuten nadat het eerste vliegtuig het World Trade Center had geraakt – dus kort na 8:46 – de FAA informatie in real time had gedeeld … met betrekking tot … alle betrokken vluchten,” [19] waaronder ook Vlucht United 93. [20]
  • Commissielid Richard Ben-Veniste, die de memo van de FAA archiveerde, zei dat deze bewijs verschafte dat de “FAA informatie doorgaf zo gauw zij deze ontvingen, onmiddellijk na de eerste inslag in de torens.” [21] Maar de Commissie 11 September behandelde deze memo door elke referentie eraan uit het Eindverslag Commissie 11 September weg te laten.

Conclusie
De Commissie 11 September beweert dat Cheney niet eerder dan 10:10 of later toestemming gaf tot neerschieten, terwijl het bewijs zegt dat Cheney deze toestemming gaf tegen 9:50 – dus minstens 20 minuten eerder dan de Commissie beweert. Dit verschil van 20 minuten betekent dus het verschil tussen of militaire piloten wel of niet hadden kunnen zijn bevolen om United Vlucht 93 (welke naar verluidt om 10:03 neerstortte) neer te halen.

De bewering van de Commissie over het tijdstip van toestemming voor het neerschieten was niet het enige deel van de officiële lezing met betrekking tot het bevel tot neerschieten waar een probleem mee is: De pers richtte zich op de bewering van de regering Bush dat Cheney de toestemming van de President uit deed gaan, (in plaats van dit op eigen houtje te doen, wat illegaal zou zijn geweest) iets waarover zelfs de Commissie 11 September sceptisch was. [22]

Wat echter voor de waarheid betreffende 11 september belangrijker is, was de bewering van de Commissie 11 September dat de toestemming tot neerschieten van Cheney niet eerder kwam dan 10:10 of later, ofwel nadat Vlucht 93 al was neergestort. Deze bewering wordt tegengesproken door verslagen van Richard Clarke, U. S. News and World Report, Pentagon correspondent Barbara Starr, de FAA, en drie militaire officieren: Kolonel Marr, Generaal Arnold en Brigadier Generaal Winfield.

De 10:10-of-later-bewering van de Commissie vooronderstelt bovendien de bewering van de Commissie dat Cheney niet eerder in het PEOC aankwam, waar hij de leiding nam, dan tegen 10:00, en deze bewering wordt tegengesproken door een veelheid aan bewijs, zoals te zien is onder Punt MC-3[23]

Elk nieuw onderzoek moet zich afvragen waarom de Commissie 11 September een bewering deed over het tijdstip van Cheney’s toestemming tot neerschieten, welke met zo veel bewijs in tegenspraak is.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties voor Punt MC-4
Eindverslag Commissie 11 September, blz. 29 (pdf: 46).
Ibid., blz. 40 (57).
Ibid., blz. 41.
Ibid., blz. 34.
Ibid., blz. 41. (De film United 93, welke de tijdlijn volgt van het Eindverslag Commissie 11 September) zegt dat de toestemming tot neerschieten om 10:18 werd gegeven.)
Ibid., blz. 37.
“Tegen 10:03, toen United 93 neerstortte in Pennsylvania, was er [tegen de luchtmacht] nog niet gezegd dat het toestel was gekaapt.” (Ibid., blz. 38)
Richard A Clarke, “Against All Enemies: Inside America’s War on Terror [Against All Enemies: Amerika’s Oorlog Tegen het Terrorisme van Binnenuit]” (New York: Free Press, 2004).
Ibid., blz. 7.
Clarke berichtte dat het telefoontje kwam terwijl het vliegtuig van de President “zich klaarmaakte voor vertrek” (Ibid., blz. 8).
Ibid., blz. 8.
Chitra Ragavan en Mark Mazzetti, Puzzelstukjes: Een Top Geheime Teleconferentie op 11 September Zou een Nieuw Licht Kunnen Werpen op de Terroristische Aanslagen, in U. S. News & World Report, 31 augustus 2003.
Het Pentagon Trekt Ten Strijde: Nationaal Militair Commandocentrum, in American Morning with Paula Zahn, CNN, 4 september 2002.
Citaat uit Leslie Filson, “Air War over America: Sept. 11 Alters Face of Air Defense Mission [Luchtoorlog Boven Amerika: 11 September Verandert het Gezicht van Missie Luchtverdediging]”, voorwoord door Larry K Arnold [Public Affairs: Tyndall Air Force Base, 2003], blz. 68. Marr zei ook dat, nadat hij de toestemming tot neerschieten had ontvangen, hij “deze doorgaf aan de piloten” (Interviews 11 September door Peter Jennings, ABC News, 11 september 2002).
Filson, Luchtoorlog Boven Amerika, blz. 71.
Interviews 11 September door Peter Jennings, ABC News, 11 september 2002.
De Commissie 11 September bevestigt dat het hoofdkwartier van de FAA tegen 9:34 zich realiseerde dat United 93 was gekaapt (Eindverslag Commissie 11 September, blz. 28). Tevens, toen Generaal Arnold door de Commissie 11 September werd gevraagd wat NORAD op 11 september om 9:24 deed, antwoordde hij: “Onze focus lag bij United 93, waar wij door de FAA, laat ik zeggen, op zeer agressieve wijze op werden gewezen” (Hoorzitting Commissie 11 September, 23 mei 2003).
In het Eindverslag Commissie 11 September verstomt de kritiek van de Commissie, beperkt tot de verklaring dat er geen gedocumenteerd bewijs is voor het telefoontje naar President Bush dat hij, zo verklaarde Cheney, pleegde kort nadat hij in het PEOC was aangekomen, waarin Bush hem de toestemming gaf (blz. 40-41). Volgens Newsweek was dit echter een “afgezwakte versie” van een eerdere lezing, waarin het feit naar voren komt dat “sommige leden van de staf van de Commissie … behoorlijk sceptisch waren over de verklaring van de Vice President.” Die eerdere lezing, welke duidelijk het vermoeden naar voren bracht dat de president en de vice president logen, werd naar verluidt aangepast na ferm gelobby door het Witte Huis (Daniel Klaidman en Michael Hirsh, Wie Had Werkelijk de Leiding, in Newsweek, 20 juni 2004).
Zie Punt MC-3: “De Bewering met Betrekking tot het Tijdstip van Aankomst van Dick Cheney in de Bunker van het Witte Huis”.

 

Punt MC-3: De bewering over het tijdstip dat Dick Cheney
Punt MC-3: de bunker van het Witte Huis binnenging

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

De officiële lezing

Vicepresident Dick Cheney nam de leiding over de reactie van de regering op de aanslagen van 11 september nadat hij het PEOC (Presidential Emergency Operations Center), ook bekend als “de bunker”, was binnengegaan.

In het Eindverslag Commissie 11 September staat [1] dat Cheney het PEOC niet eerder dan iets voor 10 uur betrad, wat op zijn minst 20 minuten was na de heftige gebeurtenis in het Pentagon die meer dan 100 mensen doodde.

Het beste bewijs
Minister van Transport Norman Mineta vertelde de Commissie 11 September dat, nadat hij zich bij Cheney en anderen had gevoegd om ongeveer 9:20, hij naar een conversatie luisterde tussen Cheney en een jongeman, die plaatsvond toen “het vliegtuig naar het Pentagon op weg was.” [2]

Nadat de jongeman, toen hij voor de derde keer zei dat het vliegtuig dichterbij kwam, vroeg of “de orders nog van kracht waren”, zei Cheney nadrukkelijk dat dit zo was. Het Eindverslag Commissie 11 September impliceert, door te beweren dat Cheney pas het PEOC binnenkwam lang nadat het Pentagon was beschadigd, dat deze woordenwisseling tussen Cheney en de jongeman – die bijna vanzelfsprekend als een bevestiging kan worden opgevat van een niet-schieten order – niet plaatsgevonden kon hebben.

Echter, getuigenis dat Cheney in het PEOC was om 9:20 was niet alleen door Mineta gegeven maar ook door Richard Clarke [3] en Witte Huis fotograaf David Bohrer. [4] Cheney zelf, sprekend met “Meet the Press” vijf dagen na 11 september, vertelde dat hij het PEOC binnen was gegaan voor het Pentagon beschadigd was. [5]

De poging van de Commissie 11 September om de wisseling tussen Cheney en de jongeman te begraven bevestigt het belang van het verslag van Mineta van deze conversatie.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties bij punt MC-3
9/11 Commission Report (2004), noot 213, pag. 464 (pdf-p. 481).
Richard Clarke, “Against all Enemies” (New York: Free Press, 2004), pag. 2-5.
See “9/11: Interviews by Peter Jennings”, ABC News, 11 september 2002.

 

Punt MC-1: Waarom werd President Bush niet snel
Punt MC-1: uit de school in Florida gehaald?

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Inleiding

Op de morgen van 11 september 2001 was gepland dat president Bush in Sarasota, Florida, voor een fotogelegenheid [1] zou lezen met kinderen van de lagere school.

De officiële lezing
  • Toen de president arriveerde werd hem om 8:55 verteld dat een klein vliegtuig tegen het World Trade Center was gebotst. Bush reageerde dat “een commercieel vliegtuig tegen het World Trade Center was gebotst en we gaan … het voorlezen gewoon doen.” [2]
  • Terwijl Bush in het schoollokaal zat, kwam zijn stafchef Andrew Card binnen (om ongeveer 9:05 [3]) en fluisterde blijkbaar in het oor van de president: “Een tweede vliegtuig heeft de tweede toren geraakt. Amerika wordt aangevallen.” [4]
  • Bush bleef nog vijf tot zeven minuten [5] in het klaslokaal en gaf toen een verklaring voor de natie vanaf de school, waarna hij de school verliet om ongeveer 9:35. [6]
  • De St. Petersburg Times vroeg “waarom de Secret Service niet onmiddellijk Bush naar een veilige locatie had gebracht”, [7] De Family Steering Committee – die creatie van de Commissie 11 September bevorderde – vroeg eveneens: “Waarom werd het President Bush toegestaan in de Sarasota lagere school te blijven waar hij aan het lezen was met kinderen?” [8]
  • De Commissie 11 September verklaarde: “De Secret Service vertelde ons dat zij er op gebrand waren de president naar een veiliger locatie te verplaatsen, maar dacht niet dat het noodzakelijk was om hem de deur uit te laten rennen.” [9]
Het beste bewijs
  • De Secret Service is belast met de beveiliging van de president. In een boek over de Secret Service schreef Philip Melanson: “Gedurende een terroristische aanslag had de procedure moeten zijn de president zo snel mogelijk naar de dichtstbijzijnde veilige locatie te brengen.” [10]
  • Het presidentiële bezoek was breed aangekondigd en een journalist schreef zelfs dat “de aanwezigheid van Bush … .het geplande evenement tot een mogelijk doel maakte”, omdat “het aangekondigde evenement op de school ervoor zorgde dat de locatie van Bush die dag geen geheim was.” [11]
  • Gegeven dit feit, gecombineerd met bewijs dat vele vliegtuigen gekaapt waren en dat terroristen zich richtten op waardevolle doelen, [12] zou de Secret Service hebben moeten aannemen dat een gekaapt vliegtuig op dat moment op weg kon zijn naar de school, zodat de president onmiddellijk verwijderd had moeten worden. Inderdaad, toen de tweede aanslag tegen het World Trade Center op televisie te zien was, zei de Marinier die de telefoon van de president droeg tegen Sheriff Bill Balkwill van Sarasota County: “Wij zijn hier weg. Kun je iedereen zich laten klaarmaken?” [13]
  • Echter, de instructies van deze marinier werden blijkbaar overschreven: De leider van het Secret Service onderdeel liet Bush nog 30 minuten langer in de school blijven om zijn geplande televisietoespraak te houden om 9:29. Daarmee liet hij de terroristen weten nog steeds in de school te zijn. [14]

De breuk met het protocol geeft aan dat de Secret Service, op enig niveau, wist dat de president niet in gevaar was.

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

Referenties bij Punt MC-1
Mitch Stacy, “Florida School Where Bush Learned of the Attacks Reflects on Its Role in History”, Associated Press, 19 August 2002.
Ibid., blz. 39.
“Eén van de vele onbeantwoorde vragen over die dag is waarom de Secret Service niet onmiddellijk Bush naar een veilige locatie afvoerde, zoals ze blijkbaar deden met vicepresident Dick Cheney,” Susan Taylor Martin, “Of Fact, Fiction: Bush on 9/11”, St. Petersburg Times, 4 July 2004. Dit voorval was al aangehaald de dag na 11 september in een van Canada’s belangrijkste kranten, die schreef: “Om de één of andere reden verwijderden de Secret Service agenten [Bush] niet,” John Ibbitson, “Action, Not Overreaction, Prudent Course”, Globe and Mail, 12 September, 2001.
Thomas H. Kean en Lee H. Hamilton, Without Precedent: The Inside Story of the 9/11 Commission, Knopf, 2006, 54.
Philip H. Melanson, Secret Service: The Hidden History of an Enigmatic Agency (New York: Carroll & Graf, 2002), zoals geciteerd door Susan Taylor Martin, “Of Fact, Fiction: Bush on 9/11”, St. Petersburg Times, 4 July 2004.
Mike Riopell, “Educator’s History Lesson”, Arlington Heights Daily Herald, 11 September 2006.
De gelegenheid was bekend bij schoolbestuurders sinds begin augustus. Er was veel voorbereiding gedaan. “Original Video of Bush’s Visit to Booker Elementary on 9/11”. Bezorgdheid was geuit door Sarasota County Sheriff Colonel Steve Burns, die belast was met de beveiliging op Booker Elementary School die dag en met de Secret Service samenwerkte; zie Sarasota County Sheriff’s Office – Behind the Scenes on 9/11 (YouTube: SarasotaSheriff), 2:30.
Tom Bayles, “The Day Before Everything Changed, President Bush Touched Locals’ Lives”, Sarasota Herald-Tribune, 10 September 2002; Blakewill’s verklaring werd later geciteerd door Susan Taylor Martin, “Of Fact, Fiction: Bush on 9/11”, St. Petersburg Times, 4 July 2004.
De speech van Bush werd rechtstreeks uitgezonden door CNN en is beschikbaar op YouTube: Bush 911 Speech on CNN.

 

Punt MC-intro: Overzicht van de zich tegensprekende beweringen over
Punt MC-intro: belangrijke militaire en politieke leiders

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

(Noot van de redacteur: Referenties die dit overzichtspunt steunen zijn opgenomen op de gelinkte pagina’s van de individuele punten die hieronder staan.)

Inleiding
Een van de merkwaardigste kenmerken van 11 september is het feit dat de officiële verslagen van de activiteiten van zes politieke en militaire leiders met belangrijke rollen op 11 september – rollen die hen in een positie brachten de uitkomst van deze cruciale gebeurtenissen te beïnvloeden – betwijfeld worden door feiten die suggereren dat elk verhaal onjuist of op zijn minst dubieus is.

Op de morgen van 11 september bracht President Bush een bezoek aan een lagere school in Sarasota, Florida. Toen bleek dat de kapers uit waren op waardevolle doelen liet het hoofd van de Secret Service toe dat President Bush 30 minuten in de school bleef en een televisietoespraak hield voor het volk, daarbij elke terrorist op de hoogte te brengend dat de president daar nog steeds was.

De Secret Service is belast met de beveiliging van de president. Eén van de onbeantwoorde vragen, schreef de St.Petersburg Times, is “waarom de Secret Service Bush niet onmiddellijk naar een veilige locatie had afgevoerd.” De Stuurcommissie 11 September vroeg: “Waarom werd President Bush toegestaan in de lagere school in Sarasota te blijven?”

Het Eindverslag Commissie 11 September zei slechts: “De Secret Service vertelde ons dat zij de president graag naar een veiliger locatie wilden verplaatsen, maar vond het niet nodig hem de deur uit te laten rennen.”

De breuk met protocol suggereert – zelfs als het dat niet bewijst – dat de Secret Service op een bepaald niveau wist dat de president niet in gevaar was.

Daarbij beschreef het Witte Huis, gedurende de week van de eerste verjaardag van de aanslagen van 11 september, het bezoek van Bush op een verkeerde manier (zie punt MC-2), hetgeen later gecorrigeerd moest worden toen een video van de gebeurtenis opdook.

President George W. Bush (Punt MC-1, Punt MC-2)

Op de morgen van 11 september bracht President Bush een bezoek aan een lagere school in Sarasota, Florida. Toen bleek dat de kapers uit waren op waardevolle doelen liet het hoofd van de Secret Service toe dat President Bush 30 minuten in de school bleef en een televisietoespraak hield voor het volk, daarbij elke terrorist op de hoogte te brengend dat de president daar nog steeds was.

De Secret Service is belast met de beveiliging van de president. Eén van de onbeantwoorde vragen, schreef de St.Petersburg Times, is “waarom de Secret Service Bush niet onmiddellijk naar een veilige locatie had afgevoerd.” De Stuurcommissie 11 September vroeg: “Waarom werd President Bush toegestaan in de lagere school in Sarasota te blijven?”

Het Eindverslag Commissie 11 September zei slechts: “De Secret Service vertelde ons dat zij de president graag naar een veiliger locatie wilden verplaatsen, maar vond het niet nodig hem de deur uit te laten rennen.”

De breuk met protocol suggereert – zelfs als het dat niet bewijst – dat de Secret Service op een bepaald niveau wist dat de president niet in gevaar was.

Daarbij beschreef het Witte Huis, gedurende de week van de eerste verjaardag van de aanslagen van 11 september, het bezoek van Bush op een verkeerde manier (zie punt MC-2), hetgeen later gecorrigeerd moest worden toen een video van de gebeurtenis opdook.

Vicepresident Dick Cheney (Punt MC-3, Punt MC-4)

Volgens de Commissie 11 September betrad Vicepresident Dick Cheney het PEOC (Presidential Emergency Operations Center), waar hij het bevel over de reactie van de regering op de aanslagen op zich nam, pas “kort voor 10:00 uur,” dus na de aanslag op het Pentagon.

Echter, een aantal getuigen – inclusief Minister van Transport Norman Mineta, Witte Huis fotograaf David Bohrer en Cheney zelf (bij Meet the Press) heeft verklaard dat Cheney in het PEOC was voor de aanslag op het Pentagon. De belangrijkste was Mineta, die getuigde dat Cheney antwoord had gegeven op vragen van een jonge officier, terwijl het vliegtuig het Pentagon naderde, of de “orders nog van kracht waren”. Cheney’s antwoord dat zij nog steeds van kracht waren kan het beste worden begrepen als een bevestiging van het bevel niet in te grijpen.

Minister van Defensie Donald Rumsfeld (Punt MC-5)

Volgens Minister van Defensie Donald Rumsfeld en het Eindverslag Commissie 11 September, was Rumsfeld in zijn kantoor en zich onbewust van de aanslagen tot hij de aanval op het Pentagon voelde.

Echter, coördinator contraterrorisme Richard Clarke, in zijn boek Against All Enemies dat verscheen in 2004, enkele maanden voor de publicatie van het Eindverslag Commissie 11 September, beschreef Rumsfeld als zijnde in de videostudio van het Pentagon in het Executive Support Center, van kort na de tweede aanslag op het WTC tot na de aanslag op het Pentagon. Robert Andrews, een waarnemend assistent Minister van Defensie, verklaarde onafhankelijk daarvan dat, na de tweede aanslag op het WTC, Rumsfeld de gang overstak naar het Executive Support Center om zich bij de videoconferentie van Clarke te voegen.

Het lijkt erop dat de beschrijvingen die Minister Rumsfeld en de Commissie 11 September gegeven hebben, onjuist waren.

Generaal Richard Myers (Punt MC-6)

Volgens het Eindverslag Commissie 11 September en generaal Richard Myers, de waarnemend voorzitter van de Verenigde Stafhoofden, was Myers op Capitol Hill gedurende de aanslagen, en kwam pas terug naar het Pentagon nadat dit was aangevallen. Echter, deze beschrijving wordt weersproken door diverse getuigen:

  • Het boek uit 2004, Against All Enemies, door coördinator contraterrorisme Richard Clarke, beschrijft dat Myers, samen met Minister van Defensie Rumsfeld, om ruwweg 9:10 naar het videocentrum van het Pentagon gaat – dat was kort na de tweede aanslag (9:03) op het World Trade Center – wat zou betekenen dat Myers op dat moment niet op Capitol Hill kon zijn geweest.
  • Legersecretaris Thomas White gaf aan dat Myers vanaf 8:00 tot 8:46 (toen het eerste vliegtuig het WTC raakte) bij een ontbijtontmoeting was met Rumsfeld.
  • In het boek uit 2009 door generaal Hugh Shelton, voor wie Myers die morgen inviel, beschrijft hij dat Myers in het Pentagon was toen dat werd geraakt.

Dus lijkt het erop dat het relaas dat Myers en de Commissie 11 September gaven onjuist was.

Generaal Hugh Shelton, Voorzitter van de Verenigde Stafhoofden (Punt MC-7)

Op de morgen van 11 september was generaal Hugh Shelton, de voorzitter van de Verenigde Stafhoofden, in een vliegtuig – de Speckled Trout – op weg naar Europa, zoals hij later verklaarde.

Nadat hij had gehoord van de tweede aanslag op het WTC beval hij de bemanning terug te keren naar het Pentagon. Volgend Shelton werd hem bijna onmiddellijk toestemming gegeven terug te keren naar de V.S., keerde terug naar Andrews Air Force Base rond het middaguur en bereikte het Pentagon kort daarna.

Echter, de bewering dat het vliegtuig van Shelton rond het middaguur terugkeerde naar het Pentagon wordt door verschillende feiten weersproken:

  • De vluchtnavigator van de Speckled Trout zei dat het vliegtuig, omdat het geen toegang tot het luchtruim kreeg, in een parkeervlucht werd geplaatst boven Groenland (gedurende 2 uur) en opnieuw boven Canada.
  • De volgstrook van de vlucht gaf aan dat de Speckled Trout niet voor 16:40 op Andrews landde.
  • Een militair assistent die met Shelton meereisde verklaarde dat zij in de “late namiddag” van Andrews naar het Pentagon reden.
  • Generaal Myers verklaarde dat Shelton om 17:40 in het Pentagon arriveerde, “zojuist teruggekomen van een afgebroken vlucht naar Europa.”

Het lijkt dat dit deel van generaal Myers’ verhaal niet waar is.

Brigadier Generaal Montague Winfield (Punt MC-8)

Gedurende twee jaar werd op televisie zowel aangenomen als gerapporteerd dat Brigadier Generaal Montague Winfield, de waarnemend bevelhebber van operaties (DDO) op het National Military Command Center (NMCC), het bevel had op de morgen van 11 september.

Maar in juli 2003 werd aan de Commissie 11 September verteld dat Winfield tussen 8:30 en 10:00 was vervangen – op zijn eigen verzoek, om een vergadering over de beoordeling van luchtmachtofficieren bij te wonen – door marinekapitein Charles Joseph “Joe” Leidig, die twee maanden eerder waarnemer voor Command Center Operations was geworden en in augustus bevoegd was op wacht te staan in Winfield’s plaats.

Echter roept deze verklaring enkele verbijsterende vragen op, waaronder deze:

  • Waarom presenteerde Brigadier Generaal Winfield zich, in programma’s op CNN en ABC in 2002, als de DDO gedurende de aanslagen?
  • Waarom werd Brigadier Generaal Winfield niet teruggeroepen naar het NMCC na de tweede aanslag op de Twin Towers (hetgeen duidelijk maakte dat Amerika werd aangevallen)?
  • Waarom beschreef generaal Richard Myers, die de waarnemend Voorzitter was van de Verenigde Stafhoofden, Winfield – in memoires gepubliceerd in 2009 – als “de bevelvoerend officier” van het NMCC op de morgen van 11 september?

Deze onbeantwoorde vragen suggereren de onwaarheid van de bewering van het Pentagon en de Commissie 11 September dat Leidig, en niet Winfield, optrad als DDO gedurende de aanslagen – terwijl niet duidelijk is waarom, als de bewering juist is – het Pentagon en de Commissie 11 September de bewering deden.

Conclusie

Deze zes verslagen zijn verschillend: twee ervan gaan over personen – Bush en Shelton – die niet in de stad waren, terwijl de overige vier gaan over personen die in Washington waren. Maar alle zes verslagen hebben twee dingen gemeenschappelijk:

  • Alle zes personen waren ambtenaren die posities bekleedden waarbij zij de uitkomst van 11 september hadden kunnen beïnvloeden.
  • De Commissie 11 September gaf over elke persoon een verslag dat wordt tegengesproken door aanzienlijk bewijsmateriaal.

Deze zes verslagen zorgen daarom voor een opmerkelijk feit: dat de Commissie 11 September blijkbaar valse verklaringen heeft gegeven voor het gedrag van zes ambtenaren die functies bekleedden van waaruit zij de uitkomst van de aanslagen van 11 september hadden kunnen beïnvloeden.

Dit in elkaar grijpend bewijs maakt de noodzaak duidelijk van verder onderzoek naar de rol van belangrijke ambtenaren van de overheid en militaire ambtenaren op 11 september 2001.

 

<< Vorig Punt, Volgend Punt >>

 

De Consensuspunten 11 September

 

Feitelijk bewijs spreekt het verhaal van 11 September tegen

 

De officiële lezing betreffende de gebeurtenissen van 11 september 2001 is gebruikt:

  • om de oorlogen in Afghanistan en Irak te vergoelijken welke hebben geresulteerd in de dood van meer dan een miljoen mensen; [1]
  • voor het goedkeuren van marteling, militaire tribunalen en buitengewone uitleveringen, en;
  • om vrijheden op te schorten die door de Grondwet van de Verenigde Staten worden gegarandeerd, zoals habeas corpus (het recht om voorgeleid te worden ten overstaan van de aanklager), in de VS, in Canada, het Verenigd Koninkrijk en andere landen.

De officiële beweringen ten aanzien van 11 September worden tegengesproken door feiten die hun waarde ontlenen aan een proces van wetenschappelijke consensus, welke de volgende punten van “het beste bewijs” bevatten.

De 48 Consensuspunten zijn opgedeeld in de onderstaande 10 categoriën, die op hun beurt weer zijn verbonden met de 48 individuele punten:

 

A: Algemene Consensuspunten

B: Consensuspunten met betrekking tot de Twin Towers

C: Consensuspunten met betrekking tot het instorten van World Trade Center 7

D: Consensuspunten met betrekking tot het Pentagon

E: Consensuspunten met betrekking tot de vluchten op 11 September

F: Consensuspunten met betrekking tot Amerikaanse militaire oefeningen op en voor 11 September

G: Consensuspunten met betrekking tot politiek en militair leiderschap op 11 September

H: Consensuspunten met betrekking tot de kapers op 11 September

I: Consensuspunten met betrekking tot de telefoongesprekken op 11 September

V: Consensuspunten met betrekking tot officiële video’s betreffende 11 September

 

A: Algemene Consensuspunten

 

B: Consensuspunten met betrekking tot de Twin Towers

 

C: Consensuspunten met betrekking tot het instorten van World Trade Center 7

Punt WTC7-1: De bewering dat WTC 7 alleen door brand instortte

Punt WTC7-2: De bewering in NIST’s voorlopige verslag dat WTC7 niet instortte in een vrije val versnelling

Punt WTC7-3: De bewering in het definitieve verslag van NIST dat WTC7 in vrije val neerkwam zonder explosieven

Punt WTC7-4: Kwam de officiële simulatie van de val van WTC7 overeen met de waargenomen instorting?

Punt WTC7-5: World Trade Center Gebouw 7: NIST’s analyse van de aanzet tot het instorten is niet aannemelijk

Punt WTC7-6: De frauduleuze bewering van NIST dat er geen staal werd geborgen van WTC Gebouw 7 voor analyse

Punt WTC7-7: Voorkennis van het instorten van World Trade Center Gebouw 7

Punt WTC7-8: Het weglaten van bewijs dat Barry Jennings en Michael Hess op de ochtend van 11 September een explosie ondervonden in WTC 7

 

D: Consensuspunten met betrekking tot het Pentagon

 

E: Consensuspunten met betrekking tot de vluchten op 11 September

 

F: Consensuspunten met betrekking tot Amerikaanse militaire oefeningen op en voor 11 September

 

G: Consensuspunten met betrekking tot politiek en militair leiderschap op 11 September

Punt MC-intro: Overzicht van de zich tegensprekende beweringen over belangrijke militaire en politieke leiders

Punt MC-1: Waarom werd President Bush niet snel uit de school in Florida gehaald?

Punt MC-2: De bewering van het Witte Huis over hoe lang President Bush in het klaslokaal in Florida bleef.

Punt MC-3: De bewering over het tijdstip dat Dick Cheney de bunker van het Witte Huis binnenging

Punt MC-4: Wanneer gaf Cheney goedkeuring om passagiersvliegtuigen neer te schieten?

Punt MC-5: Het gedrag van Minister van Defensie Rumsfeld tussen 9:00 en 10:00 uur

Punt MC-6: De bezigheden van Generaal Richard Myers tijdens de aanvallen op 11 september

Punt MC-7: Het tijdstip van terugkeer van generaal Shelton op zijn commandopost

Punt MC-8: De bewegingen van brigadier generaal Montague Winfield tussen 8:30 en 10:30 ’s ochtends

Punt MC-9: Wat deed Generaal Ralph Eberhart tijdens de aanvallen op 11 September?

Punt MC-10: De bewegingen van burgemeester van New York Giuliani op 11 September 2001

 

H: Consensuspunten met betrekking tot de kapers op 11 September

 

I: Consensuspunten met betrekking tot de telefoongesprekken op 11 September

 

V: Consensuspunten met betrekking tot officiële video’s betreffende 11 September

 

Referenties

Bronnen: 1) G Burnham, R Lafta, S Doocy en L Roberts, Dodental na de inval in Irak van 2003: Een steekproefsgewijze dwarsdoorsnede, in de Lancet, 11 oktober 2006: blz. 21, 368 (9545): 1421-28. 2) Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health, Baltimore. Deze epidemiologische studie schat 654.965 extra doden gerelateerd aan de oorlog, ofwel 2,5% van de bevolking, tegen het einde van 2006. 3) Catherine Lutz, 11 September en de prijs van de oorlog, Brown University, 10 september 2012. 4) Dr. Gideon Polya, auteur van Body Count: “Wereldwijde onnodige doden sinds 1950”, schatte dat tegen januari 2010 dat meer dan 4 miljoen Afghanen zijn gestorven (door zowel gewelddadige als niet gewelddadige oorzaak) sinds het begin van de invasie in 2001, die niet zouden zijn gestorven zonder die invasie. Zie: Januari 2010 – 4,5 miljoen doden in Afghaanse holocaust, Afghaanse genocide. 5) Dr. Gideon Polya: Holocaust in Irak: 2,3 miljoen onnodige doden, 21 maart 2009.