Tower exploding, for Donald E. Stahl review by EMW De evolutie van de 11 September Controverse: Van complottheorie tot complotfoto’s
Een presentatie van Donald E Stahl tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van American Mensa, Louisville, Kentucky, VS op 3 juli 2015

(Engels origineel gepubliceerd 6 juli 2015) – Review door Elizabeth Woodworth, medeoprichtster van consensus911.org

 

De kans bestaat dat dit artikel zal worden gezien als een mijlpaal in de literatuur rond 11 September.

Stahl plaatst 11 September, “een verhaal, te groot om te vertellen” binnen de zich nog steeds ontwikkelende context van Eisenhower’s “militair industrieel complex,” inmiddels uitgegroeid tot het “militair-industrieel-media-academisch complex: MIMAC.”

De media hebben al tientallen jaren geleden hun post van traditionele observatie verlaten door na te laten bewijs van overheidscomplotten te onderzoeken. De academische gemeenschap heeft zich nu bij de media gevoegd.

Zo stil heeft de academische gemeenschap zich met betrekking tot 11 September gehouden dat degenen met het label “complottheoreticus” nu beschouwd kunnen worden als “meer traditioneel academisch dan de academici.”

Het resultaat is dat “conspirasisten” (complotdenkers) het voornamelijk hebben over de kwesties ter zake, terwijl conventionalisten (of “toevalsdenkers”) het hebben over degenen die het over de kwesties hebben; ofwel, ze “geven af op mensen die in iets geloven en verdonkeremanen de redenen waarom deze mensen erin geloven.”

Hoewel er in zowel de officiële lezing als in de lezingen die deze ontkennen sprake is van een complottheorie, worden alleen degenen die slecht denken over de overheid gebrandmerkt als “complotdenkers” – als ware het een gedachtemisdaad die door de overheid strafbaar moet worden gesteld, zoals gesuggereerd door Cass Sunstein

Als de belichaming van het meningsverschil kiest Stahl voor de bewering dat de Twin Towers werden opgeblazen of explodeerden (alle bewijs hiervoor wordt door de overheid ontkend), tegenover de officiële lezing dat de torens zijn ingestort.

De spreadsheets en computersimulaties, welke de onderbouwing vormden voor het rapport van NIST (Nationaal Instituut voor Waarden en Technologie) over de “instortingen” werden geheimhouding toegekend door nieuwe wetgeving (1 oktober 2002), net op het moment dat NIST begon met hun onderzoek. De directeur van NIST kon deze gegevens achterhouden wanneer de publieke veiligheid in het geding was.

Toch werd gesteld dat het doel van het rapport was het bestuderen van “verbetering in de manier waarop gebouwen worden ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt.”

Stahl stelt de vraag: “Als feiten over de constructie van gebouwen de publieke veiligheid in gevaar zouden kunnen brengen, zou het dan niet gevaarlijk zijn als deze feiten niet bekend zouden zijn? Waarom moet dat een geheim blijven voor de bouwindustrie?”

De geheime computersimulaties modelleerden slechts het nauw gedefinieerde begin van het instorten, niet het instorten zelf. Stahl ridiculiseert het losgeslagen onderzoek dat de oorzaak analyseert zonder de gevolgen te bestuderen en vraagt zich af: “Hoe kun je de oorzaak van een gebeurtenis bepalen als je niet kijkt naar de gebeurtenis zelf?”

Dan beweegt hij zich richting gezond verstand door eenvoudigweg te kijken naar wat er zichtbaar gebeurde: het fotografisch bewijs van de daadwerkelijke ineenstorting dat door NIST wordt beschouwd als zo irrelevant.

De foto’s van de explosies zijn buitengewoon. In dit deel maakt Stahl korte metten met NIST ‘s stijlvolle gebruik van het woord “ineenstorting” – wat betekent dat iets van binnenuit zijn samenhang verliest, samentrekt en naar beneden valt – door te wijzen op foto’s van de enorme, naar boven weggeschoten balken, aluminium dekplaten en boosaardige stofwolken die alles deden behalve samentrekken.

Het is een open deur: “Instorting gaat naar binnen en naar beneden, en explosies gaan naar boven en naar buiten.”

“Heeft er ooit eerder op aarde zoiets plaatsgevonden,” vraagt Stahl zich af, wijzend op één van de foto’s? “Een wolkenkrabber is veranderd in een stoffontein. Dit stof verhult niet een gebouw erachter. Als het wegwaait dan is er geen gebouw meer. Het stof IS het gebouw.”

Het is een kristalheldere, onmiskenbare demonstratie van hoe brutaal (en stupide) NIST heeft gelogen. Maar deze leugens kunnen niet worden onderworpen aan gedegen onderzoek of WOB-verzoeken. Hun geheime onderdelen mogen slechts worden vrijgegeven naar believen van één man, de directeur van NIST.

Dit is verbijsterend gezien NIST op geen enkele mogelijke manier een veiligheidsdienst is. Het is een instituut voor waarden met betrekking tot de veiligheid van openbare gebouwen. De media, en zeker de academische gemeenschap, hadden hier vanaf het eerste begin bovenop moeten zitten.

Het is nog niet te laat. Geldt een samenhangende en zorgvuldig gedocumenteerde presentatie tijdens de jaarvergadering van de Mensa als zijnde nieuwswaardig?

 

Comments are closed.